TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Stele Saint-Georges-sur-Meuse

Op de gevel van het gemeentehuis van de Saint-Georges-sur-Meuse te Luik bevindt zich de stèle voor de omgekomen soldaten tijdens de 1e wereldoorlof afkomstig van Saint-
Georges.

Herdacht worden

BOURGUIGNON Hubert, 25 jaar, sergeant bij het 14e linieregiment, gesneuveld (kogel door het hart) op 28 september 1918 te Langemark.

CHEU Nestor, 29 jaar, soldaat bij het 14e linieregiment, gestorven door de gevolgen van granaatscherven te Langemark op 28 september 1918.

DAINEFFE Mathieu, 30 jaar, brigadier bij het Corps du Transport, overleden op 27 november 1918, ruim één week na de wapenstilstand, in het militair hospitaal van Calais (F) aan de gevolgen van ziekte (waarschijnlijk Spaanse griep).

DUCHESNE Joseph, 27 jaar, korporaal bij het 14e linieregiment, gesneuveld te Haacht op 12 september 1914.

DELVENNE Lambert, 23 jaar, soldaat bij de 3e divisie Armée, gesneuveld door een kogel in de borst op 8 augustus 1916 te Kaaskerke.

GONDA Ferdinand, 21 jaar, soldaat bij het 6e linieregiment, overleden op 31 oktober 1914 in het veldhospitaal van Veurne aan verwondingen opgelopen in de strijd.

GYNSTERBLOM Camille, 22 jaar, sergeant bij het 7e linieregiment, gesneuveld op 20 oktober 1914 te Sint-Joris.

HERBILLON Alphonse, 26 jaar, wachtmeester bij het 8e artillerieregiment, overleden aan de gevolgen van griep en longontsteking (waarschijnlijk Spaanse griep) op 3 december 1918 (bijna een maand na de wapenstilstand) in het militair hospitaal van Blosseville-Bonsecours (F).

HORREZ Constant, 28 jaar, soldaat-chauffeur bij het grand parc automobile de réserve (GPAR), gesneuveld door granaatscherven op 3 november 1917 te Kaaskerke.

L'HOMME Jean-Louis, 22 jaar, soldaat bij het 19e linieregiment, overleden door granaatscherven in zijn rug te Hansbeke op 28 oktober 1918.

LIETAR Henri, 23 jaar, soldaat bij het 14e linieregiment, vermist* sinds 24 oktober 1914 te Sint-Joris.

MEROTTE Pierre, 23 jaar, soldaat bij het 14e linieregiment, vermist* sinds 24 oktober 1914 te Sint-Joris.

MOUSSET Auguste, 24 jaar, soldaat bij het 14e linieregiment, gesneuveld te Haacht op 29 september 1914.

MOTTE Hyacinthe, 23 jaar, soldaat bij het 6e linieregiment, gesneuveld op 3 november 1914 te Ramskapelle.

RIGA Armand, 26 jaar, sergeant bij de 3e divisie Armée, gesneuveld op 31 oktober 1914 te Ramskapelle.

SIMONIS Desire, 26 jaar, soldaat bij de genie, overleden op 7 juni 1919 ! te Elsene, aan de gevolgen van opgelopen verwondingen in de strijd.

THIRION Joseph, 27 jaar, soldaat bij het 14e linieregiment, gesneuveld op 24 oktober 1914 te Sint-Joris.

*vermist

Dat soldaten vermist warden kon diverse redenen hebben. In de strijd kon een soldaat bij een directe inslag van een groot kaliber granaat volledig in stukken worden geblazen en zelfs verdampen door de hitte, waarna niets herkenbaars meer van de soldaat overbleef. Of bij aanvallen met de vlammenwerper, een nieuw wapen in de 1e wereldoorlog. Het gebruik werd in die tijd als humaan gezien in de strijd. Na een volle laag brandende olie van een vlammenwerper kond een soldaat onherkenbaar verbranden.

Ook kon een gesneuvelde soldaat als gevolg van diverse granaatinslagen in de loopgraaf of een onderkomen (dugout) in de wand van de loopgraaf, bedolven raken onder aarde. Ook sneuvelde diverse soldaten (al den niet reeds gewond) omdat zij nadat zij in een granaattrechter waren gekropen, waarna door overvloedige regen, zij door de zuigende werking van de modder in combinatie met het gewicht van hun uitrusting, niet meer langs de gladde wanden van de granaattrechter konden naar boven konden kruipen en verdronken. Deze granaattrechters vulden zich met regen en modder, en een soldaat was verdwenen. Vermist. Nu nog worden overblijfselen van soldaten teruggevonden in dit soort granaattrechters als men wegens civiele werken om het voormalige slagveld in België en Noord-Frankrijk met graafmachines aan de slag gaat.

Zelfs gesneuvelde soldaten die in het niemandsland waren achtergebleven vielen ten prooi aan ontploffende granaten waardoor zij onherkenbaar verminkt raakten. Of ze werden door ratten, kraaien of andere aaseters aangevreten, waarbij de ogen meestal als eerste uit de schedel werden gepikt. Dit naast de intredende ontbinding van de lijken en het feit dat gesneuvelde soldaten soms tot weken in het niemandsland bleven liggen kon ervoor zorgen dat een soldaat op enig moment als vermist werd geregistreerd. Er waren in die tijd al wel identificatieplaatjes. Ze waren ofwel van samengeperst leer (Britten) of van zink (Duitsers) maar niet iedere soldaat droeg zijn plaatje. Soms uit bijgeloof. Als ik het niet draag gebeurt mij ook niets. Of het plaatje raakte zelf ook vermist in de chaos van de oorlog.

In dit verband moet ook niet vergeten worden dat talloze nu nog als vermist geregistreerde soldaten, rusten in een anoniem graf die op alle militaire begraafplaatsen van de geallieerden en de centralen voorkomen. Het lijk was onherkenbaar, maar wel begraven. Het grafopschrift was in alle talen nagenoeg hetzelfde. Hier rust een soldaat, enkel bekend aan god.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

  • Tekst: Ed Lewandowski
  • Foto's: Ed Lewandowski

50.600034, 5.357526