Hollandstellung
De Hollandstellung, ook wel bekend als de "Hollandlinie", was een Duitse verdedigingslinie die tijdens de Eerste Wereldoorlog werd aangelegd en zich uitstrekte over een afstand van ongeveer 65.5 kilometer, van de Belgische kust bij Knokke tot Vrasene, en verder verbonden met versterkte posities rond Antwerpen (Stellung Antwerpen) en de Turnhoutkanalstellung aan de oostkant. De linie werd voornamelijk gebouwd tussen 1916 en 1918 en had als doel bescherming te bieden tegen een verwachte geallieerde invasie vanuit het neutrale Nederland. Dit gebied werd door de Duitse legerleiding gezien als een kwetsbare flank.
De Hollandstellung is door de Duitse marine (Marinekorps Flandern) en landmacht (Etappen-Inspektion 4 / Gruppe Gent) gebouwd. De marine-sector lag tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensburggen. De landmacht-sector begon vanaf Moerhuize (Maldegem). Het gebied rond Strobrugge vormde een overgangsgebied. De marine-bunkers zijn doorgaans uit gewapend beton getrokken, terwijl de landmacht-bunkers vooral uit geprefabriceerde betonblokken bestaan.
De linie was verdeeld in een Vorstellung en een Hauptstellung. De Vorstellung had de taak om de vijand zolang mogelijk tegen te houden. De Hauptstellung vormde de ruggengraat van de Hollandstellung en bestond uit sterke fortificaties. Diverse gebieden werden aangewezen als Sumpfgebiete; gebieden die moerassig gemaakt konden worden.
Tegenwoordig zijn veel van de restanten van de Hollandstellung nog steeds te vinden in het landschap. De Hollandstellung is in zijn geheel opgenomen in de lijst onroerend erfgoed van Vlaanderen. Veel bunkers zijn in het verleden gesloopt. De website bunkergordel.be inventariseert deze verdwenen bunkers.
Manschappenbunker
De hoofdtaak van een manschappenbunker was bescherming verlenen aan een groep soldaten. De manschappenbunkers van de Hollandstellung waren bewapend met één of meerdere machinegeweren die in de buitenlucht waren opgesteld, meestal afgeschermd door een betonnen muurtje of borstwering. Ook konden deze bunker eventueel gebruikt worden voor observatie-doeleinden. Veel van deze bunkers waren gecamoufleerd. In naoorlogse Belgische inventarisaties zijn de bunkers geclassificeerd met lettercodes. Hoewel de meeste bunkers gelijkenissen vertonen met oorspronkelijke bouwplannen zijn er toch veel variaties te vinden. Deze variaties hebben we onder één en dezelfde type geschaard.
De bunker behoorde tot Stützpunkt Wilhelm en is tijdens de Tweede Wereldoorlog opgenomen in de Atlantikwall. De Duitsers trokken in 1944 een verdedigingslinie achter de Hazegraspolderdijk op en gebruikte die om de oprukkende Canadezen onder vuur te nemen. Deze bunkers waren ook onderdeel van die verdedigingslinie.
Dit type bunker is in een naoorlogs Belgische inventarisatie aangeduid als type E, maar staat officeel bekend als Mannschafts Eisenbeton Unterstand.
Deze (vaak halfondergrondse) bunker is door de Duitse marine opgetrokken uit beton. De bunker heeft één verblijfsruimte van ongeveer 4,8 op 3,5 meter en aan weerszijde een L-vormige toegang. Bij twee overgebleven exemplaren is een derde toegang in de zuidwestelijke muur, die gebruikt werd als nooduitgang. De bunker heeft in de buurt één of meerdere gevechtsopstellingen bestaand uit betonnen muurtjes en paaltjes. In de bunker is een schietgat ter verdediging van de toegang. Soms zijn er betonnen scherfmuren tegenover de toegangen geplaatst. Ook hebben sommige bunkers van dit type betonnen uitstulpingen op het dak, gebruikt voor het plaatsen van een rieten dak ter camouflage. De oppervlakte van dit type bunker varieert van 207m² tot 588m².
Bijzonderheden
De bunker is zwaar beschadigd, deels door een (vermoedelijke) interne explosie en schade aan de buitenkant. Ook draagt de bunker kogelinslagen.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!