Dit is het eerste huis dat in brand gestoken werd. Hier, ter hoogte van de Wamelse Pas (nu Noorderpas), kwamen de Duitsers aan land met drie bootjes. Eerst roeiend met de stroom mee waren ze overgekomen. Vlakbij de oever hebben ze de motor gebruikt, want er zijn getuigen die hoorden dat er een motor aansloeg.
Bij het aan land gaan was de Ondergrondse ter plaatste. Het is onduidelijk of er een schotenwisseling heeft plaatsgevonden. Er zijn door de Duitsers wel handgranaten gebruikt. De Duitsers waren te goed bewapend voor de Ondergrondse, die de benen nam.
De Duitsers kwamen op de dijk meteen in actie. Flessen met een bruine vloeistof erin werden bij de zusters Mooren naar binnen gegooid. In een ommezien brandde het hele huis.
Van dit huis stond na de brand een gedeelte nog overeind. Het deel in de bocht van de afrit was helemaal weg. Maar van het westelijk gedeelte stonden nog muren overeind.
Mooren had drie dochters. Een was getrouwd met Stef Zegers uit de Dijkdwarsstraat. Marie en Wilhelmien Mooren trouwden niet. Zij werden naaister en hadden een winkeltje in textiel. Zij verkochten stoffen en aanverwante artikelen.
Na de brand hebben vader en de zusters onderdak gevonden bij de familie Snijders, die in een groot huis aan Het Zand woonde.
Helm van Gelder, de schilder, woonde daar in de buurt. Zijn zoon Jan weet zich nog te herinneren dat zijn communiepakje werd gemaakt door de zusters Mooren, die bij hem tegenover inwoonden. In het achterhuis van de familie Snijders hadden zij een grote ruimte tot hun beschikking voor hun naaiatelier. Jan weet nog dat hij daar zijn pakje moest passen.
Later bouwden de zusters een nieuwe winkel in de Zandstraat.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!