Babi Jar (Oekrainsch voor: "Ravijn van oude vrouwen") is een ravijn in het noord-westen van Kiev. Hier werden op 29 en 30 september 1941 maar liefst 33.771 joden geëxecuteerd door de Sonderkommando 4a, dat onder leiding stond van SS-Standartenführer Paul Blobel. Vanaf dit moment werd de ravijn dé plek in de omgeving van Kiev om vijanden van het nationaal-socialisme te executeren. Zo zijn er na de slachting van 29-30 september nog eens 100.000 tot 150.000 Oekraïense nationalisten, Sovjet krijgsgevangenen, communisten, zigeuners en joden in het ravijn gedood. Tussen augustus en september 1943 werd de Sonderaktion 1005, toevallig onder leiding van de zelfde man die de massamoord in Babi Jar op zijn geweten heeft, Paul Blobel, ingeschakeld om het bewijs van de moorden uit te wissen. Met behulp van dwangarbeiders uit het concentratiekamp Syrets werden de lijken opgegraven, verbrand en het as over de akkers in de omgeving gestrooid.
Gedenkplaats voor de slachtoffers van Babi Jar:
Tegenwoordig staat er aan de zuidkant van het ravijn een bombastisch monument voor de slachtoffers van Babi Jar. Aan de voet van het monument zijn drie plaquettes aangebracht in drie talen: Oekraïens, Russisch en Hebreeuws. In de loop van de jaren zijn er andere monumenten bij het ravijn geplaatst.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!