TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Stolpersteine Proosdijstraat 15

‘EEN MENS IS PAS VERGETEN, ALS DE NAAM IS VERGETEN’
(Talmud)

Hier in Beek zijn op 12 april 2019 twee Stolpersteine gelegd voor:

SALOMON MEIJERS, vermoord op 26 maart 1944 in Auschwitz.
BERNARD MEIJERS, vermoord op 26 maart 1944 in Auschwitz.

Deze Stolpersteine liggen hier voor joodse oorlogsslachtoffers, gedeporteerd en vermoord in de Tweede Wereldoorlog.

Ook bij een eerder, woonachtig adres liggen Stolpersteine in Den Haag

aanvullende documentatie:

Proosdijstraat 15
Giel Lacroix was als soldaat tijdens de mobilisatie bevriend geraakt met de Haagse bontwerker
Herman Ringer. Herman was jood. Giel zag het gevaar, en nodigde Herman uit, in zijn huis in
de Proosdijstraat onder te duiken. Herman vroeg ook hulp voor zijn zus, zijn zwager, en hun
drie kleine kinderen Estella, Samuel en Benjamin Meyers. Die hulp werd geboden. Herman Ringer, en de kleine Samuel (5 jaar) en Benjamin (2 jaar) kregen onderdak bijGiel, zijn vrouw Katrien en hun dochtertje. De drie andere onderduikers werden ondergebracht bij familie in Eijsden en Heer. Herman hield zich schuil. De kinderen kwamen gewoon op straat, onder de naam Kees en Bennie. Zij zouden evacués zijn uit het gebombardeerde Rotterdam. Kees bezocht de kleuterschool in Beek. De kleine Bennie vertelde argeloos in de buurt rond dat hij eigenlijk Benjamin heette, een gevaarlijke naam in die dagen. Om veiligheidsredenen werd hij overgeplaatst naar een vierde gezin uit de familiekring van Giel Lacroix, in Stein.
Begin 1944 praatte een Haagse kennis van de familie Meyers haar mond voorbij tijdens een
feestje. Zo kwam de politie op het spoor van de zes onderduikers. Op 20 maart deed de Gestapo
midden in de nacht een inval, gelijktijdig op de vier adressen in Beek, Stein, Heer en Eijsden.
Mevrouw Lacroix moest toezien hoe Herman Ringer en de toen zesjarige Samuel door de
politieagenten de trap werden afgejaagd. Het was koud. Snel trok ze Sammie nog twee truien
over elkaar aan, en stopte ze Herman een zak ongesmeerd brood in zijn handen. Op 26 maart
arriveerde het groepje in Auschwitz. De jonge moeder en haar drie kinderen werden bij
aankomst vergast, de twee mannen werden als arbeiders in het kamp ingeschreven. Zij waren
jong en sterk, en overleefden het kamp.

Voor het huis liggen struikelsteentjes voor Samuel en Benjamin.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)