Op zondagmiddag is de hele binnenstad ten zuiden van de Grote Markt door de Canadezen bevrijd. Tanks vuren vanuit de kop van de Herestraat, Gelkingestraat en Oosterstraat op de oost- en noordzijde van de Grote Markt, waar de Duitsers fel van zich afbijten. Tien tanks van de Fort Garry Horse vallen de Duitsers via de Kromme Elleboog in de flank aan. Er woeden ondertussen veel branden, veroorzaakt door Canadese beschietingen of brandstichting door Duitsers.
Niet alleen de gebouwen aan de Grote Markt staan in brand, ook aan beide zijden van de Oude Ebbingestraat is er een vuurzee, waardoor er twintig winkels worden verwoest. Door de brand gaat vrijwel de hele oostkant van de Ebbingestraat tot aan de Jacobijnerstraat verloren. De bevrijders krijgen in Groningen te maken met Nederlandse SS’ers die zich als burger hebben vermomd en de Canadezen onverwacht aanvallen. Een van hen wordt betrapt, terwijl hij brand probeert te stichten. Hij wordt zonder pardon doodgeschoten.
Rond 20.30 uur geven de Canadezen de Duitsers aan de Grote Markt via een luidspreker een ultimatum: ze krijgen nog een half uur om zich over te geven. De Duitsers reageren niet en om 21 uur bestoken de Canadezen de noordzijde van de Grote Markt. De Duitsers trekken zich terug in het Rijksarchief en het Martinikerkhof. Gedurende de nacht hebben Duitsers zich ook in het provinciehuis teruggetrokken. ’s Morgens openen ze het vuur op het Franstalige bataljon Les Fusiliers Mont-Royal, die de Grote Markt zuivert. Kort daarop arriveren tanks van de Fort Garry Horse, die het Martinikerkhof onder vuur nemen. Ondanks het hopeloze en nutteloze van de situatie richten de Duitsers in de Prinsentuin nog een verdediging op. Tientallen burgervluchtelingen uit de binnenstad die hier veiligheid hebben gezocht, vluchten naar de Martinikerk. Om onverklaarbare redenen slaat de stemming onder de Duitsers echter plotseling om: op maandagochtend om 11.00 uur geven ze zich over. Ze roepen ook andere eenheden op de wapens neer te leggen.
De Canadese soldaat Charles "Chic" Goodman herinnert zich: ‘Ik bereikte de Grote Markt toen de strijd net over was. In het midden van de markt lag een paard die door schoten was gedood. Toen de laatste schoten waren gelost, waren de kerkklokken van alle kerken in de stad Groningen te horen. Diverse burgers kwamen naar buiten en renden naar het paard toe met messen om stukken vlees af te snijden. De volgende ochtend was er niks meer over van het paard. Toen realiseerde ik mij hoe verhongerd de mensen waren.’
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!