Nadat het gebied rond ‘s Graventafel vanaf 1915 in Duitse handen valt, worden er enkele bunkers gebouwd. Ze zijn onderdeel van de Mittelriegel, een defensieve lijn die de Wilhelm- en Flandern-I-Stellung verbindt. Deze bunkerlinie dient om aanvallers die de Wilhelm-Stellung hebben doorbroken in de flank beschieten.
Bij de aanvang van de Derde Slag om Ieper in 1917 gaan de Britten amper vooruit. De frontlijn ligt voor meer dan een maand recht tegenover de Wilhelm-Stellung. Een doorbraak lijkt verder weg dan ooit, maar eind september komt daar verandering in. Er wordt besloten om de Duitsers met hun eigen tactiek te bestrijden. Met een step-by-step-tactiek met beperkte, gerichte aanvallen in plaats van een massaal offensief over een breed front kunnen ze de Duitse stellingen doorbreken. De bevelhebbers beschikken over twee nieuwe korpsen: het Eerste en Tweede Anzac and New Zealand Army Corps.
Op 4 oktober zetten de Nieuw-Zeelanders de aanval in op ’s Graventafel. De aanval start om 6u ’s morgens en een drietal uren later is het kruispunt al ingenomen. Net voorbij ’s Graventafel graven ze zich in om zich bij een eventuele tegenaanval te kunnen verdedigen. Van hieruit volgt een tweede aanvalsgolf waarbij de troepen doorstoten tot de vallei van de Ravebeek, even verderop in de richting van Passendale.
Op 9 oktober wordt een vergeefse aanval gedaan richting Passendale, gevolgd door een rampzalige offensief op 12 oktober. Het front is in twee stukken gesneden door de overstroomde Ravebeekvallei. Bij de Bellevue-hoogte kan men de Flanders I niet innemen. De vallei vol prikkeldraad en de steile helling maken het de Nieuw-Zeelanders bijna onmogelijk om aan te vallen. Door Duits machinegeweervuur vallen er 2.700 slachtoffers in amper vier uur tijd. Het wordt de bloedigste dag in de geschiedenis van Nieuw-Zeeland.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!