Vanaf de herfst van 1944 vluchtte de (Duitse) bevolking van Oost Pruisen voor het oprukkkende Rode Leger.
Tijdens het beleg door het Rode Leger in 1945 werd de stad Königsberg (nu Kaliningrad) door de Russen omsingeld. In de stad bevonden zich 120.000 burgers, waaronder veel vrouwen, baby’s, kinderen en jongeren. Het Duitse leger, dat een driedubbele ring rond de stad vormde, verbood iedereen die wilde vluchten onder dreiging van de dood te schieten.
Na de inname van de stad nam het Rode Leger op een afschuwelijke manier wraak. Ze hielden geen rekening met de bevolking - ongeacht de leeftijd. Ontelbare vrouwen werden verkracht en/of gedood en na de verdeling van Oost Pruisen tussen Rusland en Polen werden de resterende overlevenden verjaagd. Dit gold niet alleen voor de burgers van Königsberg maar ook voor de totale bevolking van Oost-Pruisen.
De vlucht van deze Heimatvertriebenen vond plaats onder vreselijke omstandigheden met extreme honger en sterven in de sneeuw. Veel kinderen werden wees of raakten hun ouders kwijt. Zij zwierven vaak jarenlang rond en veel van hun bleven uiteindelijk in Litouwen achter of kwamen in de Sovjet-Unie terecht.
Zij werden- en worden nog de Wolfskinderen genoemd. Hun verhalen (ze richtten na de val van de Muur een vereniging op: Edelweiß Verein) zijn onvoorstelbaar wreed, gewelddadig, triest en onvoorstelbaar hard. Nog steeds zijn de nog levenden of hun nakomelingen op zoek naar hun ware naam of familie.
Enkele voorbeelden uit de boeken en ervaringsverslagen (bijv. van Sonya Winterberg: Wolfskinder): Een Russische soldaat wilde een vrouw verkrachten die haar zesjarige kind op schoot had. Ze weigerde en hij schoot haar neer, hoewel het kind op haar schoot zat. Net als het overrijden van kinderen door vrachtwagens (ook beschreven in het boek van mevrouw Winterberg uit een ervaringsverslag).
Voor hun is, niet ver van de grens met de huidige Russische enclave Kaliningrad, in 1992 dit monument opgericht.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!