Crashlocatie P-38 Lightning 429th Fighter Squadron Putte

Captain Alfred W. Mills maakte op 3 sept 1944 om 12u30 een noodlanding met zijn P-38 Lightning op deze plaats.
Zijn toestel werd geraakt door Duitse flak en zijn linker motor begeeft het boven Fliegerhorst Venlo (Keulen) hij maakte deel uit van een bombardement missie op dit vliegveld in voorbereiding van Operatie Market Garden.

Bij zijn terugkeer werd hij geëscorteerd door 1st Lt Paul Munger, maar eens boven Antwerpen kwamen beide toestellen terug in een flak-barrage terecht. De tweede motor van Mills loopt hierbij schade op en valt uit boven Mechelen.

Mills overleeft de succesvolle buiklanding maar loopt ernstige verwondingen op aan beide handen en hals. Hij zoekt toevlucht in een plaatselijke hoeve en krijgt daar de nodige zorgen in afwachting van een dokter.
Zo worden zijn wonden gekoeld met verse melk, gezien men het bronwater niet vertrouwt op open wonden.

Na 3 uur ondergedoken te zitten op 200m van zijn smeulende P-38 komt hij in handen van een Duitse patrouille die op de hoeve arriveert op zoek naar de vliegenier. Hij wordt krijgsgevangen gemaakt. Eén dag later op 4 sept 1944 zouden de Engelse en Canadese troepen arriveren in Putte, de regio wordt bevrijd, net één dag te laat voor de jonge Amerikaan. Alfred wordt afgevoerd naar een gevangenis en zal pas 2 weken later arriveren in een hospitaal in Frankfurt en later in het gevangenenkamp Stalag Luft III.
Op 29 April om 10 u wordt hij samen met zijn medegevangenen bevrijd door de Amerikaanse troepen.

In 1988 zal Mills met enkele familieleden terugkeren naar Putte om de plek te tonen waar hij moest afscheid nemen van zijn geliefde Lightning, daar ontmoette hij enkele van zijn helpers.

Op 3 Sept 2023 (79 jaar na de crash) wordt dit monument onthuld door 4 kinderen van Alfred, de realisatie gebeurde door kamp44 Putte, een lokale vriendenkring die zich met de 2e wereldoorlog bezig houd.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Glenn Dyck
• Foto's: Glenn Dyck