August Johannes (Guus) van Ginkel werd op 16 juni 1911 in Schagen geboren. Als radiotelegrafist/observator 2e klasse was Guus in vaste dienst bij het KNMI. In 1944 kwam hij in contact met Th. Dubois.
Dubois bediende als marconist in het huis van de arts Ada van Rossem in de Utrechtse Boothstraat een zender van de Packard-groep, een inlichtingeneenheid van het Nederlands verzet. Allerlei belangrijke informatie werd door deze groep, die op een aantal plaatsen zenders had, naar Londen geseind. De Utrechtse zender had als schuilnaam ‘Irene-Met’, waarbij ‘Met’ uiteraard op meteorologie sloeg. Vanaf
1 oktober 1943 werden vanuit de Boothstraat elke dag om 14.00 uur de weergegevens van Midden-Nederland doorgestuurd. In de tuin werden de waarnemingen gemaakt. Dubois had de beschikking over een scheepsbarometer, een barograaf, een thermometer en een hygrometer. Van Ginkel bezorgde eenmaal in de week aan Dubois een serie (klimatologische) waarnemingen van het KNMI.
De waarnemingen werden doorgegeven via J.F. Knufman, een conciërge van het KNMI en politie-inspecteur R. van der Pol. Met deze KNMI waarnemingen werden de waarnemingen uit de Boothstraat gevalideerd. Dit was nodig omdat de waarnemingen in de Boothstraat stadswaarnemingen waren, die niet representatief waren voor een groter gebied. Door ze te valideren met de waarnemingen van het KNMI werden ze dat wel en konden ze door de Engelse meteorologen in de weerkaarten gebruikt worden.
Het zou voor de hand liggen dat ook de waarnemingen van het KNMI naar Londen werden gezonden, maar daarover is mij niets bekend.
Dat Van Ginkel in contact kwam met de Packardgroep was niet verwonderlijk. Op het KNMI deelde hij een kamer met Buijense, die al voor Irene-Met werkte.
In september 1944 ging nog een andere sectie van Packard met de zender werken. Deze sectie stuurde vooral strategische informatie door. Van Ginkel was bevriend met een meisje die als telefoniste bij de politieverbindingsdienst aan de Utrechtse Maliebaan werkte. Door haar baan, de dienst werkte ook voor de Wehrmacht, beschikte ze over belangrijke informatie die via Van Ginkel in Londen terecht kwam.
Veel gegevens over de treinenloop zijn op deze manier in Londen zijn gekomen.
Dit was cruciale informatie, want door de spoorwegstaking in september 1944 gingen de Duitsers met eigen materieel treintransporten verzorgen. Sommige van die transporten vervoerden de V1 en V2 raketten die bestemd waren om op Engeland te worden afgevuurd. Door de informatie uit Utrecht kon de Royal Air Force een aantal van deze treinen bombarderen.
Het illegale werk van Van Ginkel en de "Packard-groep in de Boothstraat eindigde toen de Duitse Sicherheitsdienst (SD) uiteindelijk de zender wist te peilen. Op 9 oktober 1944 deden ze een inval in de Boothstraat. Dubois, net klaar met een uitzending, hoorde ze komen en dook weg in zijn schuilplaats, het binnenste van een divan. De Duitsers troffen wel de zender en Ada van Rossem aan. Ze was op heterdaad betrapt en kon niet ontkennen, en nam moedig alle schuld op zich. Tijdens het verhoor ter plekke gingen de Duitsers op de divan zitten waarin Dubois verborgen zat zonder hem te vinden. Ada van Rossem werd zwaar verhoord en zat tot de bevrijding in het Huis van Bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam. Ze heeft het overleefd.
Dubois kon ontsnappen en dook onder, net als Guus van Ginkel, die bij Buijense aan de Brandenburgerweg in Bilthoven een schuilplaats vond. Het oprollen van de zender had voor de geallieerden gelukkig geen grote gevolgen. Na de bevrijding van Zuid-Nederland was de grootste urgentie van het doorgeven van weersgegevens voorbij. De geallieerden konden ze nu zelf in dat gebied verzamelen. Na een aantal weken leek de kust veilig en ging Van Ginkel weer aan het werk op het KNMI. Op 17 november zat hij samen met Buijense op hun kamer toen de portier meldde dat er een bezoeker was voor Van Ginkel. Omdat zijn schuilnaam werd genoemd leek alles veilig.
Het bleken echter agenten van de SD te zijn en Van Ginkel werd gearresteerd. Via het Huis van Bewaring aan het Utrechtse Wolvenplein werd hij overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Hij is zwaar door de Duitsers verhoord, maar details hiervan zijn mij niet bekend.
In de vroege ochtend van 15 december 1944 pleegden onbekenden een aanslag op de spoorbaan langs de Tugelaweg. Als represaille haalden de Duitsers nog dezelfde dag drie willekeurige gevangenen uit het Huis van Bewaring fusilleerden ze op de plaats van de aanslag. Guus van Ginkel was een van de drie.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!