Het Monument van de Joodse Martelaren van Kastoria, slachtoffers van de Holocaust, bevindt zich op een panoramische plek met een prachtig uitzicht op het meer van Kastoria.
Het monument is opgericht op de plaats waar de Duitsers de Joden van Kastoria verzamelden om ze op 24 maart 1944 naar de nazi-concentratiekampen te sturen.
Het staat daar als herinnering aan het bestaan in de stad van een eens zo talrijke Joodse gemeenschap, die zich nooit heeft kunnen herstellen. Weinig voormalige Joodse inwoners zijn teruggekeerd naar Kastoria.
Tot aan de capitulatie van Italië, tot wiens invloedssfeer Kastoria behoorde, leefden de Joden ‘vreedzame’ jaren.
In september 1943 vielen de Duitsers de stad binnen.
In de nacht van 24 maart 1944 werd de Joodse bevolking van de stad gearresteerd en opgesloten in het Meisjesgymnasium, bergopwaarts boven het monument, in Kastoria. Drie dagen later werden ze met vrachtwagens naar Thessaloniki en vandaar naar Polen gereden, op de reis zonder terugkeer.
Slechts 35 van de 1000 Joden overleefden.
Naast het monument hangt een plaquette met de tekst van een brief van een joods meisje genaamd Reggina Koen die werd gevonden nadat ze was gedeporteerd; zij was een van de velen die nooit meer terugkwamen.
De vertaalde tekst van de brief:
'Beste Tasitsa,
wanneer je deze woorden leest zal ik niet meer in leven zijn
dan hebben vreemdelingen mij meegenomen
laat voor mij een traan of ik nu leef of ik sterf
Reggina Koen'
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!