Kazemat Type S. Dit zijn meest gebouwde kazematten in Limburg. Ze waren eenvoudige, lichte en goedkope gevechtsopstellingen met drie schietgaten. Ze lagen tussen de 200 en 400 meter van elkaar af. Vanwege de uitstekende maskeringshaken werden ze ook wel "stekelvarken" of "spinnenkop" genoemd. Er was maar één lichte mitrailleur waarmee frontaal op de vijand geschoten kon worden en zijwaarts ter bescherming van andere kazematten. Soldaten konden met de mitrailleur van binnenuit over een schootsveld van 190 graden schieten, maar ze zaten niet erg veilig achter 80 cm beton en grote schietgaten. Uit Meijelse verhalen blijkt dat het beton niet met het zure Peelwater mocht worden aangemaakt en dat de spijkers van de bekisting niet mochten worden hergebruikt. De kazematten werden in opdracht van de Duitsers gevuld met zand en dicht gemetseld.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!