Gedenkteken Abdij van Keizersberg

In augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en de stad Leuven werd bezet door de Duitsers.
In de eerste dagen van die bezetting betaalde de stad een zware tol. De Duitse legerleiding was ervan overtuigd dat haar troepen door Leuvense sluipschutters onder vuur genomen waren en de gevolgen waren bijzonder zwaar. Tweeduizend panden in de binnenstad werden in brand gestoken (o.a. de Universiteitsbibliotheek en de Stadsschouwburg) en verschillende onschuldige burgers werden gefusilleerd.

Ook de nog jonge abdij op de Keizersberg ontsnapte niet aan de Duitse bezetter.
De meeste Benedictijnen monniken hadden het gebouw verlaten om in Maria-Laach (Duitsland) hun monastieke leven verder te zetten. Toch beweerden de Duitsers dat ze vanaf de omheining van de abdij onder vuur werden genomen. Hierop kreeg Oberleutnant Gustav Reinbrecht op 29 augustus het bevel om met zijn regiment infanterie van 240 soldaten de abdij op de Keizersberg te doorzoeken naar de vermeende schutters en het gebouw uiteindelijk ook in brand te steken.
Reinbrecht trok met zijn regiment naar de abdij maar trof er geen mensen of wapens aan. Hij besloot dan ook om het bevel naast zich neer te leggen en spaarde zo de abdij van de vlammenzee. Naar zijn precieze motieven is het gissen. Misschien vond hij het bevel onredelijk. Misschien maakte hij deze keuze omdat er een sterke link was tussen de abdij en Duitsland : een deel van de monniken was immers Duits en de hele gemeenschap bevond zich op dat moment in Maria-Laach in Duitsland.
Die keuze kwam hem, en zijn regiment, echter duur te staan. Reinbrecht en zijn manschappen werden naar het front in Noord-Frankrijk gestuurd (Valenciennes en Amiens). Bij de slag van 20 september 1914 in Noyons sneuvelden 150 manschappen, waaronder Reinbrecht zelf.
In oktober 1914 mochten de monniken terugkeren naar de Keizersberg, maar ze moesten de abdij nog een tijdlang delen met de Duitsers die er een deel van het gebouw bleven bezetten.
Verschillende monniken speelden een rol aan het front (bijvoorbeeld als heelmeester), maar op één uitzondering na, overleefden alle andere abdijbewoners de Eerste Wereldoorlog.

De heldendaad van Gustav Reinbrecht werd nooit vergeten. Elk jaar vindt er in de abdij een kleine herdenkingsviering plaats om de inschikkelijke Oberleutnant te herdenken.
In augustus 2016 werd, in aanwezigheid van enkele familieleden, een gedenkplaat onthuld :
" Herinnering aan
Oberleutnant Dr.GUSTAV REINBRECH
(Ückermünde in Pommern 13.4.1881 - Noyon 20.09.1914)
Kompanieführer 3.Komp.Landwehr-Infanterie-Regiment 53
***
die op 29.08.1914 het uitdrukkelijke bevel tot vernietiging van de Benedictijnenabdij Keizersberg niet uitvoerde en alzo deze abdij kon bewaren.
Hij sneuvelde 22 dagen later aan de Aisne (F). "

Bronnen : Labora - reeks "in focus" Het Nieuwsblad

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Marie-Christine Vinck
• Foto's: Marie-Christine Vinck