Scheepswrak Nichimei Maru

Op 11 januari 1943 vertrok de Nichimei Maru uit Penang met een lading locomotief en rails die uit Malaya waren geplunderd, evenals een grote voorraad ander materieel. In het voorruim zaten 1500 IJA Engineers. Ook aan boord, in het achterste ruim, bevonden zich ongeveer 1000 Nederlandse krijgsgevangenen. Ze waren in november 1942 van Java, waar ze gevangen waren genomen, naar Singapore vervoerd, maar waren daar weggekwijnd - waarschijnlijk bij gebrek aan beschikbaar transport. Allen zijn voorbestemd om op de Thais-Birmaspoorlijn te werken.
Ze zaten in een konvooi met de Moji Maru en werden geëscorteerd door een klein gevechtsschip, de Chuko Maru. Aan boord van de Moji bevonden zich 450 Amerikaanse en 385 Australische krijgsgevangenen.
Op 15 januari werden ze opgemerkt door een vlucht Amerikaanse B-24's die uit India vlogen. Het eerste vliegtuig bracht het escorteschip tot zinken, waarna het tweede op de Nichimei vluchtte. De bommen kwamen het voorste ruim binnen en het schip brak in tweeën. Japanse verslagen zeggen dat slechts 97 werden gedood, maar het is niet duidelijk wie de rest heeft gered. 75 tot 100 Nederlanders kwamen om bij het bombardement of het zinken, maar de meesten bereikten het water.

De bommen van het derde vliegtuig lagen schrijlings op de Moji Maru en beschadigden deze. IJA-troepen op de Moji vuurden veldartilleriekanonnen af die naar voren en naar achteren waren vastgesjord. Het eerste schot raakte de brug van het schip en veroorzaakte brand. Het kanon achterin explodeerde en doodde de bemanning. Toen ze de branden zagen en dachten dat ze het schip hadden geraakt, keerden alle drie de vliegtuigen naar huis. Ze waren aan de grens van hun bereik en konden niet blijven hangen.

De Moji bleven in het gebied en redden de Australische krijgsgevangenen (er wordt geen melding gemaakt van de Japanners). Overbelast en slagzij liet de kapitein alle krijgsgevangenen aan dek naar één kant gaan om het omslaan tegen te gaan toen hij de volgende dag de haven van Moulmein binnen strompelde.
Records geven aan dat 7 Nederlandse en 3 Australische krijgsgevangenen stierven aan hun verwondingen aan boord van de Moji en werden begraven in Moulmein. Na de oorlog werden hun stoffelijke resten overgebracht naar de begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission in Thanbyuzayat Birma. Daarnaast raakten ook een aantal Australiërs en enkele Amerikaanse personeelsleden gewond, maar niemand kwam om het leven. Onder de gewonden bevond zich luitenant-kolonel Blucher Tharp, de hoogste officier van het Amerikaanse contingent. Hij zou een hoofdwond hebben opgelopen waarvoor hij ongeveer een week in het ziekenhuis in Moulmien werd opgenomen voordat hij zich bij zijn mannen op de spoorlijn voegde.
De Moji Maru werd gerepareerd en bleef in dienst in de Stille Oceaan totdat ze in juni 1944 bij Saipan tot zinken werd gebracht. In sommige verslagen van dit incident wordt de Nichimei ten onrechte geïdentificeerd als de Dai Nichi Maru, die een ander schip was.

Er zijn twee nogal interessante vervolgverhalen. Een Amerikaanse krijgsgevangene schreef later dat in de verwarring van de aanval enkele Amerikaanse matrozen van de USS HOUSTON bespraken om het schip te grijpen en naar het westen naar de vrijheid te zeilen. Ze realiseerden zich echter dat het onwaarschijnlijk was dat de Moji voldoende brandstof zou hebben voor die reis.
Ook heeft een aantal Amerikaanse krijgsgevangenen rekeningen van overlevenden gepubliceerd. Een gepensioneerde USAF-kolonel las een van die boeken en nam contact op met de auteur. Hij identificeerde zichzelf als de piloot van dat derde vliegtuig dat de Moji Maru ternauwernood miste. Daarna ontwikkelde zich een levenslange vriendschap.



7 Nederlanders en 3 Australiërs begraven op de CWGC-begraafplaats.

Sergeant 97044 CORNELIS VAN DEN HOOVEN
Soldaat 95880 HARRY VAN GILS
WO Adjudant Onderofficier 87442 NICOLAAS THOONSEN
Soldaat n/v LEON JUSTUS HENRI MEYER
Soldaat 3516 HARRY EDGAR KEASBERRY
Sgt 90428 DIRK WILLEM FREDERIK KAIJSER
Matroos-Ord SM 24706 WILLEM JACOB IMMINK

Beheerder 21238 ROBERT WILLIAM SMITH
Privé VX48525 THOMAS REX MURPHY
Stoker 2c S5456 GEORGE HOUSTON McCREDIE

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Jerry Karwacki
• Foto's: Jerry Karwacki