Stolpersteine Hoofmanstraat 22, Haarlem
Op deze locatie werden stolpersteine geplaatst voor
Henriette Beek-Bramson;
Philip Beek;
Rebekka E. Beek;
Josephus N.Beek.
Deze messing plaquettes van 10 bij 10 cm zijn in de stoep te vinden voor de huizen waarvan de voormalige, meestal Joodse, bewoners vervolgd en meestal vermoord zijn door de Nationaal-Socialisten. In de kleine plaatjes zijn de namen en de datum en plaats (meestal een concentratiekamp) waar zij vermoord zijn gestanst.
In veel andere steden en dorpen, vooral in Duitsland maar ook in andere Europese landen, komen deze monumentjes ook voor, en hun aantal, nu al vele duizenden, neemt nog steeds toe. Vrijwel alle Stolpersteine zijn gelegd door de Duitse kunstenaar zelf, Gunter Demnig.
HENRIËTTE BEEK-BRAMSON
31 december 1882 (Amsterdam) - 27 augustus 1943 (Auschwitz)
HOOFMANSTRAAT 22
Henriette Bramson trouwde op 11 mei 1911 met Isaac Beek. Hij was handelsreiziger. Samen kregen zij drie kinderen: Philip (19-1-1915), Rebecca Elizabeth (1-11-1917) en Josephus Nicolaas (19-9-1921).
In 1915 verhuisde het gezin naar Bussum, waar Isaac van 1921-1926 voorzitter van de Joodse Gemeente was. Hij overleed op 5 januari 1936 (53 jaar oud) in Hilversum.
Na de dood van haar man verhuisde Henriëtte met haar gezin naar Haarlem, waar haar zus Constance Citroen-Bramson al woonde. Daar woonde ze met haar kinderen aan de Hoofmanstraat 22.
Transport van Westerbork naar Auschwitz 24 augustus 1943.
Vermoord in Auschwitz op 27 augustus 1943.
Zij werd 60 jaar.
JOSEPHUS NICOLAAS BEEK
19 september 1921 (Bussum) - 9 juli 1943 (Sobibor)
HOOFMANSTRAAT 22
Joseph, roepnaam Joop, was de jongste zoon van Isaac Beek en Henriëtte Beek-Bramson. Hij studeerde biologie in Amsterdam en stond sinds 1942 geregistreerd als onderwijzer.
Vanuit kamp Vught, waar hij tewerkgesteld was in het buitencommando Moerdijk, werd hij op 2 juli 1943 overgebracht naar Westerbork.
Gedeporteerd uit Westerbork op 6 juli 1943.
Vermoord in Sobibor, 9 juli 1943.
Hij werd 21 jaar.
PHILIP BEEK
19 januari 1915 (Amsterdam) - 17 juni 1942 (Buchenwald)
HOOFMANSTRAAT 22
Philip was de oudste zoon van Isaac Beek en Henriëtte Beek-Bramson. Hij studeerde af in de klassieke talen en werkte in Haarlem als bijles leraar Grieks en Latijn.
In januari 1942 probeerde hij, samen zijn neef Albert Beek en tien anderen, via Scheveningen naar Engeland te vluchten. De bemiddelaar en de schipper van de boot bleken verraders en Philip werd samen met de andere vluchtelingen op 4 januari in Scheveningen gearresteerd.Na een kort verblijf in een arrestantencel werd hij op 7 januari overgebracht naar de Scheveningse strafgevangenis het ‘Oranjehotel’. Op 30 maart 1942 werd hij vanuit kamp Amersfoort naar Buchenwald gedeporteerd.
Aankomst in Buchenwald op 31 maart 1942.
Vermoord in Buchenwald op 17 juni 1942.
Hij werd 27 jaar.
REBECCA ELISABETH BEEK
1 november 1917 (Bussum) - 30 april 1944 (Auschwitz)
HOOFMANSTRAAT 22
Rebecca was de dochter van Isaac Beek en Henriëtte Beek-Bramson. Tot 1943 werkte zij als godsdienstonderwijzeres op de ‘Talmoed Tora’ school in de Tweede Boerhaavestraat in Amsterdam. Ze woonde toen bij familie in de Mesdagstraat in Amsterdam.
Op 20 Januari 1944 kwam zij aan in Westerbork.
Transport van Westerbork naar Auschwitz 25 Januari 1944.
Vermoord in Auschwitz op 30 april 1944.
Zij werd 26 jaar.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!