Deze Stolpersteine (ook wel Struikelstenen genoemd) herdenken:
familie Koster
Deze koperen plaquettes zijn in de stoep te vinden voor de huizen waarvan de voormalige, meestal Joodse, bewoners vermoord zijn door de Nazi’s. In de kleine, koperen plaatjes zijn de namen en de datum en plaats (meestal een concentratiekamp) waar zij vermoord zijn ingestanst.
In veel andere steden, vooral in Duitsland maar ook in andere Europese landen, komen deze monumentjes ook voor, en hun aantal, nu al vele duizenden, neemt nog steeds toe. Vrijwel alle Stolpersteine zijn gelegd door de Duitse kunstenaar zelf, Gunter Demnig.
ELIAZER KOSTER
2 mei 1897 (Amsterdam) - 31 mei 1945 (Bergen-Belsen)
DUVENVOORDESTRAAT 56
Eliazer Koster was de één na jongste in een Amsterdams gezin met vijf kinderen, van wie één als baby gestorven was. Op 17 augustus 1921 trouwde hij met Sara Keizer. Hij was toen werkzaam als remmer bij de Nederlandse Spoorwegen. Eliazer en Sara scheidden zes jaar later.
Op 5 november 1930 trouwde Eliazer met Judith Velleman, die werkte als verkoopster. Vanaf 1932 leefden Eliazer en Judith in Haarlem. De eerste jaren woonden zij op verschillende andere adressen en vanaf 1939 in de Duvenvoordestraat 56. Eliazer werkte als nachtwaker van de synagoge van de Nederlands Israëlitische Gemeente Haarlem. Deze synagoge bevond zich aan de Lange Begijnestraat, waar nu de Toneelschuur staat.
Op 31 januari 1934 werd hun dochter Vera geboren. Toen de anti-Joodse maatregelen begonnen, zochten haar ouders een onderduikadres voor haar, eerst in Haarlem en later, toen het adres in Haarlem niet veilig meer was, werd zij elders ondergebracht. Vera heeft op veel verschillende adressen ondergedoken gezeten en uiteindelijk in Zaandam de bevrijding meegemaakt.
Eliazer en Judith hebben geprobeerd om ook zelf onder te duiken. Ze zijn echter opgepakt en op 20 mei 1944 naar Westerbork gedeporteerd, waar ze in barak 67, de strafbarak, terecht kwamen. Op 31 juli 1944 zijn zij op transport gezet naar Bergen-Belsen. Vandaaruit is Eliazer op 4 december 1944 op transport gesteld naar kamp Sachsenhausen (Oranienburg), waar hij korte tijd gevangen zat. Op 31 mei 1945, een paar weken na de bevrijding van het kamp, is hij in Bergen-Belsen bezweken, waarschijnlijk door ziekte, ondervoeding en uitputting.
Transport van Westerbork naar Bergen-Belsen op 31 juli 1944.
Vermoord in Bergen-Belsen op 31 mei 1945.
Hij werd 48 jaar.
JUDITH KOSTER-VELLEMAN
19 januari 1896 (Amsterdam) - 31 december 1944 (Beendorf)
DUVENVOORDESTRAAT 56
Judith Velleman groeide op in een Amsterdams gezin met één jongere broer. Zij was verkoopster. Op 5 november 1930 trouwde zij met Eliazer Koster. Zij woonden eerst in Amsterdam, maar vanaf 1932 in Haarlem, waar Eliazer werkte als nachtwaker van de synagoge van de Nederlands Israëlitische Gemeente Haarlem.
Op 31 januari 1934 werd hun dochter Vera geboren. Eliazer en Judith vonden in 1941 een onderduikadres voor haar in Haarlem. Toen dat adres niet meer veilig was, werd ze elders ondergebracht. Vera heeft gedurende de oorlog op veel verschillende adressen ondergedoken gezeten en uiteindelijk in Zaandam de bevrijding meegemaakt.
Judith en Eliazer hebben ook zelf geprobeerd om onder te duiken. Ze zijn echter opgepakt en op 20 mei 1944 naar Westerbork gedeporteerd, waar ze in barak 67, de strafbarak, terecht kwamen. Op 31 juli 1944 zijn zij op transport gezet naar Bergen-Belsen. Van daaruit is Judith op 5 december op transport gezet naar Beendorf (buitenkamp van Neuengamme en Ravensbrück), waar zij op 31 december 1944 is vermoord.
Transport vanuit Westerbork naar Bergen-Belsen op 31 juli 1944 .
Vermoord in Beendorf op 31 december 1944.
Zij werd 48 jaar.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!