Deze Stolperstein (ook wel Struikelstenen genoemd) herdenkt:
Hartog de Leeuw
Deze koperen plaquettes zijn in de stoep te vinden voor de huizen waarvan de voormalige, meestal Joodse, bewoners vermoord zijn door de Nazi’s. In de kleine, koperen plaatjes zijn de namen en de datum en plaats (meestal een concentratiekamp) waar zij vermoord zijn ingestanst.
In veel andere steden, vooral in Duitsland maar ook in andere Europese landen, komen deze monumentjes ook voor, en hun aantal, nu al vele duizenden, neemt nog steeds toe. Vrijwel alle Stolpersteine zijn gelegd door de Duitse kunstenaar zelf, Gunter Demnig.
HARTOG DE LEEUW
15 april 1889 (Haarlem) - 31 januari 1944 (Auschwitz)
ZIJLSTRAAT 71
Hartog de Leeuw is op 15 april 1889 geboren in het gezin van de slager Abraham de Leeuw en zijn vrouw Sara de Leeuw-Goudsmit aan de Hagestraat in Haarlem. Als 33-jarige handelsreiziger trad hij op 31 augustus 1922 in Amsterdam in het huwelijk met de 34-jarige niet-Joodse Jacoba Wouterina van de Wal, geboren 21 januari 1888 in Hof van Delft (tegenwoordig onderdeel van de gemeente Delft) en dochter van Johannes Leonardus van de Wal en Jaapje Verhagen. Vanwege de toen niet ongebruikelijke situatie dat vrouwen bij hun huwelijk (eervol) ontslag kregen, staat in de huwelijksakte vermeld dat Jacoba Wouterina ‘zonder beroep’ was. Dat betekent niet dat zij geen beroep had. In de periode voor haar huwelijk werkte zij als leerling verpleegster en later als verpleegster bij het Binnengasthuis en het Luthers Diakonessenziekenhuis, beide in Amsterdam. Na haar huwelijk bleef zij als particulier verpleegster actief in de zorg. Het huwelijk van Hartog de Leeuw en Jacoba Wouterina was kinderloos.
In augustus 1943 verbleef Hartog de Leeuw met zijn zus Grietje van Emmen-de Leeuw en nog tien andere Joodse onderduikers en een anderhalf jarig kind uit een gemengd huwelijk in een huis aan de Nieuwe Gracht in Haarlem. Ook zijn vrouw Jacoba Wouterina verbleef daar. Toen op vrijdag 20 augustus rond half twaalf ’s ochtends vier Nederlandse medewerkers van de Sicherheitsdienst, waaronder de beruchte Haarlemse politieagent Fake Krist, voor de deur stonden, hebben zij zich op zolder verstopt, maar de schuilplaats werd ontdekt en alle onderduikers zijn meegenomen. De mannen werden bij die gelegenheid in het gezicht gestompt en tevens werden sieraden en kleding in beslag genomen. Als niet-Joodse werd Jacoba Wouterina op 22 augustus in vrijheid gesteld en zij heeft de oorlog overleefd.
Op 25 september 1943 is Hartog de Leeuw als gevangene in kamp Vught geregistreerd en vandaar werd hij op 15 november 1943 overgebracht naar kamp Westerbork. Een dag later is hij op transport naar Auschwitz gezet. Vermoedelijk is hij in of nabij Auschwitz als dwangarbeider aan het werk gesteld en in de maanden daarna overleden. De officiële overlijdensdatum van 31 januari 1944 is naar alle waarschijnlijkheid een verzameldatum die aangeeft dat hij op dat moment niet meer in leven was.
Transport uit Westerbork 16 november 1943.
Omgekomen in of nabij Auschwitz 31 januari 1944.
Hij werd 54 jaar.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!