Wernhout (vermoedelijk Breedschot) 14 oktober 1944 Spitfire
Op zaterdag 14 oktober 1944 om 09.30 uur vertrok van het vliegveld Gent (B61) de Poolse F/Lt. Eugeniusz Ebenrytter met zijn Spitfire ML358 WX-H voor een verkenningsvlucht noord en zuid van Geertruidenberg. Ebenrytter maakte deel uit van 302 Squadron PAF (Polish Air Force).
Bij Geertruidenberg werd zijn toestel geraakt door FlaK en het verloor snel koelvloeistof. De temperatuur van de motor steeg en Ebenrytter werd gedwongen rond 11.00 uur een noodlanding te maken oost van Rijsbergen. Hij ging er na de landing snel vandoor maar werd door de Duitsers beschoten. Hij beantwoordde het vijandelijke vuur met zijn revolver. Nadat de Duitsers automatische wapens inzetten, gaf Ebenrytter zich over. Ebenrytter werd afgevoerd en ondervraagd in, zoals hij omschreef, het "Gestapo hoofdkwartier" in Rijsbergen. Na een verblijf van drie nachten bij de lokale Feldgendarmerie is Ebenrytter afgevoerd naar Breda en van daar, samen met andere gevangenen, te voet naar Dordrecht. Vandaar ging het per vrachtauto naar een kamp in Amersfoort. Tijdens het transport per trein naar Apeldoorn is Ebenrytter met de Canadese piloot Norman Bertrand uit de trein gesprongen. Na een dagenlange voettocht, waarbij zij steeds bij boeren om voedsel vroegen, maakten zij rond 27 oktober in de buurt van Voorthuizen contact met het verzet die hen verder hielp. Ebenrytter en Bertrand werden samengevoegd bij een groep van circa 100 andere geallieerde militairen om in de nacht van 18 november door het verzet de Rijn te worden overgezet naar bevrijd gebied. Deze tweede massale ontsnapping over de Rijn was door het verzet met de Geallieerden opgezet en ging de geschiedenis in als Operatie Pegasus II.
In drie groepen verdeeld verplaatsten zij zich naar de Rijn. Tijdens de oversteek van de weg Ede-Arnhem werden zij beschoten en vanwege de Duitse patrouilles viel de grote groep uiteen. Het groepje van Ebenrytter bestond nog uit een Engelse RAF Sergeant en drie Nederlanders. Toen zij in de omgeving van Renkum bij de Rijn aankwamen kon Ebenrytter nog maar één man van zijn groepje terugvinden; de Nederlander Johan Doorn. In de ochtend van 19 november om 04.30 uur probeerde Ebenrytter met zijn zaklamp volgens een afgesproken code contact te maken met de Amerikanen aan de overkant maar er kwam geen reactie. Ebenrytter en Doorn bleven de verdere dag verscholen aan de oever van de Rijn. In de nacht van 20 november stak Doorn met een door hen gebouwd vlot als eerste over maar hij kwam niet meer terug. Ebenrytter bouwde vervolgens een nieuw vlot. Tijdens zijn poging de Rijn over te steken, moest hij vanwege de sterke stroming terugkeren. Na de tweede poging hoorde hij roepen en is hij later opgehaald door de Amerikanen. Ebenrytter werd op 21 november 1944 door de Engelse inlichtingendienst I.S.9 in Nijmegen verhoord.
Johan Doorn was lid van de Raad van Verzet en had de opdracht om op 17 november naar bevrijd gebied over te steken om de Nederlandse regering te informeren. Ebenrytter is de laatste die hem in de nacht van 20 november heeft gezien; daarna ontbreekt ieder spoor van Johan Doorn. Waarschijnlijk is hij verdronken tijdens de door Ebenrytter beschreven oversteek van de Rijn. Ebenrytter kreeg voor zijn optreden tijdens zijn gevangenschap en ontsnapping het Military Cross (MC). De Canadese piloot Bertrand werd door de Duitsers gevangen genomen.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!