TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

PC 118 Froideterre

Côte de Froideterre sector

Dit gedeelte van het terrein de heuvel van Froideterre is versterkt naar aanleiding van de Franco-Pruissische oorlog van 1870-1871 om Verdun te verdedigen in geval van een conflict met Duitsland. In de eerste fase zijn er forten gebouwd op de hoogvlakte van de Moezel. Verdere versterkingen zijn aangebracht na 1900 om het verdedigingssysteem verder te verbeteren.

Commandopostbunker 118

Gebouwd rond 1910 als een gevechtsbunker, niet ver van de Thiaumontfortificaties werd de plek tijdens de slag om Verdun gebruikt als een tactische commandobunker en eerste hulp station. In de zomer van 1916 was het het centrum van een Duitse aanval rond Froideterre en Thiaumont. Op 23 juni 19 namen de Duitsers de bunker in, na een verhitte strijd met ongekend geweld. De Fransen namen het weer in op 24 oktober 1916 om weer toegang te krijgen tot het fort van Douaumont. Verdedigingswerken waren belangrijke doelen voor de Duitsers en er werd dan ook geen geweld geschuwd om deze in te nemen.

Een Franse soldaat beschrijft het gevecht:
"Het is een ondenkbare chaos. Een zee van granaatinslagen met golven van bruin-geel die stil lijken te staan. Het lijkt op een maanlandschap met aaneengesloten kraters. Zover als het oog rijkt zijn deze kraters te zien. Plotseling ontvouwt zich horror- en gruwelspektakel: liggend op hun buik of rug, opgestapeld in bomkraters, knielend, zittend ... overal zie je de ontbindende lijken. Achter een soort smalle borstwering zijn drie schildwachten verrast door de dood. Helmen, wapens, gereedschap ligt overal. Ook een voet nog in de laars, een arm of een hoofd wat zonder vlees uit de aarde lijkt te steken.

Gedurende de gevechten worden de bunkers als een schuilplaats en eerstehulppost voor gewonden gebruikt. De muren van de bunker, die constant gebombardeerd worden, beginnen af te brokkelen. Zoals in alle bunkers van dit type leven zowel de gewonden als de niet-gewonden zij aan zij in de hoop om levend uit de strijd te komen. Buiten de bunker werken mannen zich in het zweet om hun posities te versterken. Ze graven en graven, zwoegend om de loopgraven weer met elkaar te verbinden die door de Duitse artillerie kapot geschoten werden.
Een ooggetuigenverslag van een soldaat: "Bijna onmiddellijk stijgt er een wervelwind van vlammen en rook vanuit de vuurmonden de lucht in. Het trillen van de aarde weergalmt in de lucht. De rookpluimen van de granaten verspreiden zich, met een karakteristieke plof: stof en puin vliegen alle kanten op. De infanterie graaft zich in, alleen het geluid van de geweren is nog te horen. Dan is er een lichtflits die soldaten neermaait en verminkte lichamen in alle richtingen doet vliegen. De aarde spuwt vuur, het hele landschap lijkt in brand te staan.

Rond de bunker vinden er eindeloze infanterieaanvallen plaats: dag en nacht wordt er gevochten. Aanvallen, overvallen, individuele acties en hand-tot-hand gevechten. De Duitse en Franse troepen vochten om elk stukje land, soms zelfs om een bomkrater. Artillerie zaait dood en verderf onder de infanterie. Het gebruik van machinegeweren was vaak de basis voor de uitkomst van het gevecht voor de Franse en Duitse troepen: Bij hand-tot-handgevechten waren het meestal de bemanning van de machinegeweren die de uitkomst bepaalden. (G. Canini, historicus van Verdun).

De gevechten in de zomer van 1916 waren verschrikkelijk: regelmatig doodden de soldaten elkaar in hand-tot-handgevechten, gebruikmakend van zowel handgrantaen als loopgraafschopjes.

De ruïnes hier herinneren ons aan de duizenden mannen die stierven op heuvel van Froideterre. Laat ons hun offergave herinneren en ons respect betuigen.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

  • Tekst: TracesOfWar
  • Foto's: Tjerk Kamstra