Deze kleine messing plaquettes (Stolpersteine of struikelstenen) herdenken:
* Coenraad Bohemen, geb. 1897, gedeporteerd 1942 uit Westerbork, vermoord 31.1.1943, Auschwitz.
* Rebecca Bohemen-Pezaro, geb. 1896, gedeporteerd 1942 uit Westerbork, vermoord 12.10.1942, Auschwitz.
* Joel Bohemen, geb. 1921, gedeporteerd 1942 uit Westerbork, vermoord 30.10.1942, Auschwitz.
* Gretha Carla Bohemen-Meijer, geb. 1921, gedeporteerd 1942 uit Westerbork, vermoord 22.10.1942, Auschwitz.
* Johanna Bohemen, geb. 1922, gedeporteerd 1942 uit Westerbork, vermoord 1.11.1942, Auschwitz.
* Salomon Bohemen, geb. 1924, gedeporteerd 1942 uit Westerbork, vermoord 21.10.1942, Auschwitz.
* Jacob de Groot, geb. 1909, gedeporteerd 1943 uit Westerbork, vermoord 31.3.1944, Auschwitz.
* Sophia de Groot-van Hasselt, geb. 1912, gedeporteerd 1943 uit Westerbork, vermoord murdered 22.10.1943, Auschwitz.
Achtergrond
Coenraad Bohemen, handelsreiziger, en Rebecca Pezaro trouwden. Hun drie kinderen werden begin jaren twintig allemaal in Groningen geboren: Joël, Johanna en Salomon. Op 4 oktober 1942 werden ze alle vijf op transport gesteld naar Westerbork en op 9 oktober door naar Auschwitz. Rebecca Bohemen-Pezaro werd onmiddellijk gedood; Coenraad Bohemen overleefde nog maar 3½ maand.
Hun zoon Joël Bohemen trouwde op 10 september 1942 in Groningen met Gretha Clara Meijer, verkoper, en stonden vanaf dat moment bij zijn ouders ingeschreven aan de A-weg 23a. Maar volgens Joods Monument woonden ze in juni 1941 in Groningen aan de Museumstraat 9a met haar ouders en broers en zussen en echtgenoot Joël. Bronnen zijn het erover eens dat Joël, zijn ouders, broer en zus op 4 oktober 1942 zijn gedeporteerd naar Westerbork en vervolgens naar Auschwitz. Gretha bleef echter in Groningen tot ongeveer 18 oktober, toen ze naar Westerbork werd gebracht (nadat de Bohemens al naar Auschwitz waren gebracht). Gretha werd zelf snel gedeporteerd naar Auschwitz waar ze op 22 oktober – dezelfde datum waarop haar moeder en tweelingzus werden vermoord – werd vermoord. Er zijn inconsistenties in de overlijdensdatum van Joël in Auschwitz. Open Archief NL en Joods Monument staat 31 januari 1943. Volgens Stichting Schilderswijk Stolpersteine Groningen staat in de door de gemeente opgemaakte overlijdensakte echter ten onrechte dat hij op 31 januari 1943 is overleden en wordt 30 oktober 1942 als werkelijke datum van zijn overlijden genoemd. dood.
Er zijn geen aanwijzingen dat een van Joëls broers en zussen, Johanna of Salomon, getrouwd is. Johanna was kapper ("knipster"), maar het beroep van de 18-jarige Salomon is niet gevonden. Beiden woonden bij hun ouders aan de A-weg 23a en zijn allen op dezelfde dagen gedeporteerd naar Westerbork en vervolgens naar Auschwitz.
Jacob de Groot, eigenaar van een stoffenwinkel, en Sophia van Hasselt trouwden in 1936. In 1936 woonden ze in Den Haag. Hun zoontje werd geboren in januari 1938, maar hij overleefde slechts 2 dagen. In mei 1940 woonden ze nog in Den Haag en in april 1942 woonden ze op Markt 38, Delft. In een bericht in het Algemeen Politieblad van september werd gevraagd om gevonden te worden op verdenking dat ze zonder toestemming van woonplaats waren veranderd (vaak was dat een onderduikcode). In oktober 1942 stonden zij ingeschreven op dit adres aan de A-weg in Groningen. Maar ze werden opgehaald (opgepakt) op hun oude Markt 38-adres in Delft en gearresteerd (gearresteerd). Ze waren gescheiden en hebben elkaar nooit meer gezien. Sophia werd eerst naar kamp Vught gebracht, daarna op 18 oktober 1943 naar Westerbork. Ze werd de volgende dag gedeporteerd naar Auschwitz, waar ze op 22 oktober werd vermoord. Jacob werd eerst naar een gevangenis in Scheveningen gebracht, vervolgens op 29 oktober 1943 naar Westerbork en uiteindelijk op 16 november naar Auschwitz. Hij werd daar 4½ maand later vermoord.
"Stolpersteine" is een kunstproject in Europa van Gunter Demnig ter herdenking van slachtoffers van het Nationaal-Socialisme (nazisme). Stolpersteine (struikelstenen) zijn kleine, 10x10cm messing plaquettes geplaatst in de stoep voor de laatste vrijwillige residentie van (meestal Joodse) slachtoffers die zijn vermoord door de nazi's. Elke plaquette is gegraveerd met de naam van het slachtoffer, de geboortedatum en de plaats (meestal een concentratiekamp) en de datum van overlijden. Op deze manier geeft Gunter Demnig een individueel gedenkteken aan elk slachtoffer. Eén steen, één naam, één persoon. Hij citeert de Talmoed: "Een mens wordt alleen vergeten als zijn of haar naam wordt vergeten."
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!