In augustus 1914 vermoordden de Duitsers 4 personen en werden 72 huizen in brand gestoken.
Gefusilleerd werden
POUSSET Michel
PUTS André
TIMMERS Henri
TIMMERS
Enkel van André Puts zijn wat gegevens bekend. Hij wat geboren net over de grens in Mesch, was gehuwd en woonde in Moelingen. Hij was 66 jaar toen hij werd gefusilleerd te Visé op 4 augustus 1914. Hij werkte bij de Belgische spoorwegen. Hij wordt daarom ook herinnerd op het monument aux morts te Visé en het monument bij het Station van Visé.
De vier worden ook herinnerd en geëerd als martelaren op het monument op de begraafplaats bij de kerk van Moelingen. Op dit monument heeft ook de onbekende Timmers een voornaam; Toussaint. Meer is echter niet over hem bekend.
Deze stèle is aangebracht in de gevel van het oude gemeentehuis van Moelingen. Ook dit gemeentehuis werd in augustus 1914 in brand gestoken. Het is later hersteld met geld van de Belgische centrale overheid. Die had na de oorlog een speciale commissie in het leven geroepen om de dorpen en steden die in de begindagen hevig hadden geleden onder de Duitse inval en waar veel huizen in brand waren gestoken of verwoest door oorlogshandelingen terug op te bouwen. Deze commissie heette 'Office des Régions dévastées' ofwel de Dienst der verwoeste gebieden.
Huizen en gebouwen die met steun van deze dienst werden herbouwd kregen een speciale gevelsteen met de naar deze dienst verwijzende afkorting 'ORD' en een jaartal. Het jaartal verwees naar het jaar van herbouw. Het voormalige gemeentehuis van Moelingen is in 1920 herbouwd getuige de 'ORD-steen'. (foto 4, zijgevel boven toegangsdeur). Vandaag de dag is het voormalig gemeentehuis een appartementencomplex.
Het dorp Moelingen (even als het stadje Visé) was een van de allerzwaarst getroffen dorpen tijdens de eerste oorlogsdagen van augustus 1914. Maar liefst 72 huizen werden in brand gestoken, dat was nagenoeg bijna het gehele dorp.
Het dorp Moelingen had de pech dat het zich precies in 'gat' bevond waar de kanonnen van de nabijgelegen forten van Barchon en Loncin geen bereik meer hadden. De Duitsers wisten dit omdat de Duitse firma Krupp de kanonnen had geleverd. Dit is bekend geworden als het 'gat van Visé'. Na de 1e wereldoorlog heeft het Belgisch leger opdracht gegeven dit gat te dichten met de bouw van fort Eben-Emael op de hoogte van Castert nabij Maastricht.
Bekend is dat de Duitsers bij hun doortocht ieder verzet bruut neersloegen. Opstandige burgers, die schoten op voorbij trekkende troepen, zogenaamde franc-tireurs, werden in het ergste geval gefusilleerd, en hun huizen in brand gestoken. Alles wat de doortocht naar Frankrijk vertraagde (Duitsland volgde het Von Schlieffenplan om via België de zwak verdedigde noordkant van Frankrijk aan te vallen, wat een nauwgezet tijdschema eiste), werd met bruut geweld neergeslagen. Frankrijk moest verslagen zijn voordat Rusland zijn leger had gemobiliseerd en Duitsland in een tweefrontenoorlog terecht zou komen.
Ter hoogte van de kruising van de hoofdweg Moelingen naar Berneau (N653) lag in de velden in de richting van het dorp Voeren het Duitse Maasleger in kampement. Dit Duitse leger was in afwachting van de veroveringen van de bruggen bij Visé alvorens zij verder konden trekken.
Ter hoogte van de Maas bij Moelingen op de grens met Nederlandse dorp Eijsden werd door de Duitsers een pontonbrug aangelegd om zo alsnog aan de andere kant van de Maas te komen en Luik te kunnen innemen.
Duitsland dacht België zonder al te veel weerstand te kunnen overlopen op hun veldtocht naar Frankrijk. Ze hadden het mis. België verdedigde zich met trots en zonder vrees.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!