Op 11 oktober 1914 was de beslissing gevallen het Belgisch Leger niet naar Frankrijk terug te trekken, maar wel te verzamelen achter de IJzer, meer bepaald de streek van Nieuwpoort, Veurne en Diksmuide. Daar zou het ook slag leveren waardoor een definitief einde kwam aan de bewegingsoorlog en de loopgravenoorlog begon.
Terwijl de regering in ballingschap was in Le Havre, bleef koning Albert I de gehele oorlog bij zijn soldaten in de buurt van de loopgraven. De koning verbleef op enkele kilometers van het front in De Panne. Hij nam in overeenstemming met de grondwet, daadwerkelijk het opperbevel waar over de Belgische strijdkrachten en hij woog op de belangrijke beslissingen die tijdens de veldtocht moesten genomen worden. Zo weigerde hij om zijn leger te laten deelnemen aan de geallieerde aanvallen. Dat verklaart waarom er in vergelijking met legers van andere landen veel minder Belgische militairen sneuvelden.
Koning Albert I was zeer populair bij de bevolking, hij ging de Belgische geschiedenis in als koning-ridder en koning-soldaat.
Het ruiterstandbeeld is een ontwerp van architect J.Gobert en beeldhouwer A.Courtens.
Het werd ingehuldigd in 1951. Het beeld is gericht naar het centrum van Brussel, de koning overschouwt de stad.
Aan de overzijde staat een standbeeld van koningin Elisabeth.
Zij speelde in de eerste wereldoorlog vanaf de eerste dagen een actieve rol bij de verzorging van gewonde soldaten. Zij staat dikwijls afgebeeld in verpleegsteruniform.
De Belgische soldaten noemden haar de "koningin-verpleegster".
Het standbeeld is een werk van beeldhouwer R. Cliquet. Het staat op een trappenpodium en is uitgevoerd in natuursteen massangis,
Het ontwerp is van stadsarchitect Jean Rombeaux, Het werd onthuld in 1980.
Bron : Erfgoedcahiers – Brussel : 14-18 beelden vertellen.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!