In het begin van de 20ste eeuw kende Brussel een massale Joodse inwijking. Een groot deel van deze Joden kwam in de Marollen terecht.
Ondanks de overbevolking in de wijk was er een zekere samenhorigheid.
Tijdens de oorlog was er in de Radijzenstraat een zwarte markt, maar tevens spanden de Marolliens samen om Joden stiekem te herbergen.
Op 3 september 1942 hield het Duitse leger met groot machtsvertoon een pogrom in de Marollen. Veel Joden hadden wijselijk geen Jodenster afgehaald, maar werden nu opgespoord op basis van de Jodenregisters. Die dag werden er 718 van hen opgepakt en per vrachtwagen afgevoerd naar de Dossinkazerne, eindbestemming Auschwitz.
Wie naar de grond kijkt, komt in de Marollen regelmatig een Stolperstein tegen.
De voormalige synagoge in de Lenglentierstraat werd na de oorlog verplaatst naar de Stalingradlaan. Op de plek waar de synagoge stond hangt wel een gedenkplaat, die net zoals de Stolpersteine dient als eerbetoon aan de slachtoffers van het nazisme. Ze getuigt ook van het verzet van de bewoners van de wijk tegen elke vorm van vervolging.
Op de plaat staan 2 verzen van het visioen van Ezechiël :
Vers 13 : " Dan zult u weten dat ik de Heere ben, als ik uw graven open en als ik u uit uw graven doe oprijzen. Mijn volk ik zal u brengen in het land van Israel ".
Vers 14 : " Ik zal mijn geest in u geven, u zult tot leven komen en ik zal u in uw land zetten. Dan zal u weten dat ik gesproken en dit gedaan heb. "
Daaronder in de twee landstalen :
" Ter nagedachtenis
van de Joden uit de Marollewijk
slachtoffers
van het nazisme en het racisme ".
Bron : Erfgoed Brussel en Wikipedia
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!