Kort na de onafhankelijkheidsstrijd in november 1830, richtte Leopold I op 7 februari 1834 een Militaire School op om de officieren van de artillerie en de genie te vormen.
De officieren van de andere wapens kregen enkel een praktijkopleiding en kwamen vooral uit het onderofficierenkorps.
In 1914 werden de studies van de leerling-officieren onderbroken en zij vertrokken naar het Kamp van Beverlo om zich te trainen in bevelvoering. Op 30 juli 1914 werden deze officier-leerlingen onder de wapens geroepen. Op 1 augustus 1914 sloot generaal Eugène Cuvelier de Militaire School. Het kader van de school werd verspreid over de operationele eenheden.
Toen de Duitsers op 20 augustus 1914 Brussel binnentrokken, bezetten zij ook de gebouwen van de Militaire School. Deze bezetting zou voortduren tot 16 november 1918. De Duitse bezetter had bijna alle verzamelingen, labomateriaal en meubilair meegenomen.
Een 300-tal oud-leerlingen van de Militaire School sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog.
Op 22 november 1922 werden vier bronzen gedenkplaten in de inkomhal van de stafblok ter ere van deze gesneuvelde "anciens" ingehuldigd.
" Militaire school
Aan zijn doden glorierijk gevallen
voor het vaderland "
Daar waar het aantal leerlingen in de jaren 20 vaak zeer laag lag, vooral in de afdeling Infanterie-Cavalerie steeg bij het naderen van WO II het aantal leerlingen opnieuw zeer snel.
Tot aan de mobilisatie van 1939 zat de volledige Staf Vredestijd van het Belgisch leger in de stafblok van de Krijgsschool. De Staf Oorlogstijd ging naar het fort van Breendonk.
Bij de mobilisatie van 1939 werden de cursussen geschorst, aangezien de officieren en professoren zich naar hun eenheden moesten begeven. De Staf besliste echter de cursussen op 14 september te hervatten; hiervoor werd een klein deel van het kader uit de gemobiliseerde eenheden teruggeroepen. Dankzij een versnelde opleiding konden de leerlingen van de 96e Artillerie-Genie hun studies beëindigen begin mei 1940. Op de avond van 9 mei 1940 vierden zij hun afscheid, de volgende dag vielen de Duitsers in alle vroegte België binnen.
Bij het uitbreken van de vijandelijkheden werd de KMS weerom ontbonden en de leerlingen begaven zich naar de instructiecentra van de verschillende wapens. Leerlingen, leden van het kader en van het professorenkorps kwamen in de loop van de oorlog in het verzet terecht, in Engeland, in gevangenkampen, in Congo, in het Midden-Oosten, enz ...
Tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelden 202 oud-leerlingen van de KMS.
Na de oorlog werden voor hen ook koperen gedenkplaten onthuld.
" 1940 – 1945 - Spe occubuerunt invicta", daaronder de namen ingedeeld volgens rang :
Academici - Infanterie-cavalerie - Artillerie-genie - Personeel
Bron : Wikipedia
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!