Japanse Invasiestrand Corregidor - 2e Bataljon (versterkt)

Een Japanse troepenmacht (1e bataljon, 61e infanterie) bestaand uit 790 mariniers onder leiding van kolonel Sato landde hier op 5 mei 1942. De eerste aanvalsgolf werd uitgevoerd met 19 landingsvaartuigen, waarvan twee in totaal vijf tanks aan boord hadden.

De aanval werd ingeluid door twee artilleriebarrages op de 1st Battalion sector. De Japanse bombardementen op Corregidor hadden een verwoestende werking op de Amerikaanse kustverdediging. Van de 13 machinegeweerposities tussen Infantry Point en North Point waren er nog maar twee operationeel toen Japanse mariniers aan land kwamen.

De landing werd gehinderd door de sterke stroming tussen Bataan en Corregidor en het olie op het water afkomstig van gezonken schepen. De Japanse mariniers landen ten noorden van Kindley Field i.p.v. tussen Infantry Point en Cavalry Point door een misrekening van de stroming.

De Amerikaanse verdediging in het landingsgebied bestond uit 1st Platoon (1st Lt. Harris) en 2nd Platoon (Master Gunnery Sergeant Mercurio) van Company A, 1st Battalion, 4th Marines. De sector van 1st Platoon liep van Infantry Point tot Cavalry Point en die van 2nd Platoon van Cavalry Point tot North Point.

De eerste aanvalsgolf kwam al snel tot een bloedige stilstand door de Amerikaanse en Filipijnse verdedigers. Vooral het 37mm geschut van Company A zaaide dood en verderf onder de aanvallers. Amerikaanse toeschouwers op Cabcaben aanschouwende het bloedbad: "a spectacle that confounded the imagination, surpassing in grim horror anything we had ever seen before."

De Japanse overmacht die gewapend was met "knee mortars" (50mm granaatwerpers) zorgden er uiteindelijk voor dat de verdedigers van het strand werden verdreven.

De tweede aanvalsgolf van 785 mariniers (2e bataljon, 61e infanterie) die ten oosten van North Point landde werd gedecimeerd door de 4th Marines Regiment. De overlevenden van deze aanvalsgolf wisten met moeite de eerste aanvalsmacht te bereiken, waarna die gezamenlijk inlands verder oprukten.

De derde aanvalsgolf van 880 mariniers (3e bataljon, 61e infanterie), ingenieurs en lichte artillerie kwam om half 5 's ochtends aan land. De grote verliezen in materiaal tijdens de eerste twee landingen zorgden voor een vertraging van maar liefst drie uur. Vijf tanks en het gros van het veldgeschut werd op Bataan achtergelaten.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Kaj Metz
• Foto's: Wikimedia Commons