Het standbeeld van de Nieuw-Zeelandse soldaat is een gedenkteken voor alle soldaten van de Nieuw-Zeelandse Divisie die vochten in de Slag bij Messines Ridge op 7 juni 1917.
Het staat symbool voor de band die sinds de Eerste Wereldoorlog bestaat tussen Nieuw-Zeeland en Mesen.
De "Slag bij Messines" op 7 juni 1917 was de best voorbereide van de hele Eerste Wereldoorlog.
Mesen, gelegen op een heuvelrug 80 m boven de zeespiegel, was niet alleen een door de Duitsers zwaar versterkte stelling maar de hoogtes boden de vijand ook kilometers reikende vergezichten waardoor weinig Britse troepenbewegingen hen kon ontgaan.
Wilden de Britten ooit de Duitsers bij Ieper verslaan, dan moesten ze hen eerst van de heuvelrug van Mesen verjagen. Daarom begon het Britse Tweede Leger van generaal Plumer in de tweede jaarhelft van 1915 met het graven van lange en diepe tunnels onder de Duitse posities om er zware dieptemijnen te plaatsen. De hele operatie was een knap staaltje van ondergronds militair ingenieurswerk: tunnels van wel 600 meter lang leidden naar niet minder dan 26 ondergrondse kamers met dieptemijnen waarvan de zwaarste zowat 43.400 kilogram springstof bevatte en dat op een diepte van 42 m. Het graven verliep moeizaam.
Uiteindelijk werd ‘Zero Hour’ vastgesteld op 7 juni 1917 om 3.10 uur voor zonsopgang. Twintig van de 26 voorziene mijnen gingen effectief de lucht in. De paniek was enorm.
De Duitsers aan het front zelf werden verpulverd, onder tonnen aarde begraven of door de druk van de ontploffing gedood.
Gelijk met de reusachtige ontploffing vielen negen infanterie-divisies, alles samen zo’n 80.000 Engelsen, Welshen, Ieren, Australiërs en Nieuw-Zeelanders, de Duitse stellingen aan, hierin bijgestaan door 72 van de allernieuwste Mark IV-tanks. Door de quasi volledige uitschakeling van de Duitse eerste verdedigingslijn ging dat overal zonder veel problemen.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!