Dit glasraam in de zuidelijke beuk van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Aarschot werd in 1972 door Oscar Coomans geschonken ter nagedachtenis van – wat hijzelf noemt – zijn miraculeuze ontsnapping aan de dood op 19 augustus 1914.
De feiten
Op de avond van 19 augustus 1914 ontstaat er paniek bij de Duitse troepen die ‘s morgens na felle weerstand van het Belgische leger de stad Aarschot veroverd hadden. Er breekt een onbeheerst vuurgeweld uit. In de chaos vindt bevelhebber Stenger de dood en Duitse soldaten nemen wraak op de burgers. Mannen, vouwen en kinderen worden naar de Grote Markt afgevoerd. Huizen staan in lichtelaaie. De volgende uren zullen meer dan 170 mannen gefusilleerd worden.
Notaris Oscar Coomans heeft zich met familieleden, meiden en knechten verstopt in de kelders van zijn neorenaissance kasteel, de Kanterij, vlakbij de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Maar dit haalt weinig uit. Duitse soldaten vallen de kelder binnen. De mannen worden, de handen op de rug met ijzerdraad vastgebonden, naar buiten geduwd. De vrouwen worden apart gezet. De boodschap van de Duitse officier is duidelijk: de mannen zullen gefusilleerd worden.
Buiten laaien de vlammen van de in brand gestoken kerkdeuren hoog op. Verlamd door de gedachte aan de dood, denken de mannen er zelfs niet aan om te ontsnappen. Plots komt er een officier met een huzarenkraag naar hen toe en maakt teken aan de soldaten dat zij de mannen moeten losmaken. De komende nacht zal de officier over de veiligheid van de familie waken. Deze officier is blijkbaar een van de weinige overlevenden van het Duitse Huzarencorps dat bij de slag van Halen, enkele dagen eerder, door de Belgische soldaten werd vernietigd. De officier is een Poolse katholiek die zich moeilijk kan vereenzelvigen met gewelddaden tegen een onschuldige bevolking.
Na de veiligheid van de nacht wachten de overlevenden nog moeilijke dagen. Op de ochtend van 20 augustus maakt de Duitse artillerie zich klaar om de stad te beschieten. Alle burgers worden de stad uitgejaagd, zonder enige mogelijkheid om zich klaar te maken voor de vlucht. De familie Coomans zal bij familie in Brussel een onderkomen vinden. Op 20 oktober 1914 keert Coomans terug naar Aarschot, nadat hem gevraagd werd om de organisatie van het Voedselhulpcomité in Aarschot op zich te nemen.
Na de oorlog wordt Coomans liberaal burgemeester van Aarschot en zal dit ambt, met korte onderbrekingen, uitoefenen tot 1947.
Het glasraam.
Het glasraam stelt de Aankondiging aan Maria voor. Maar onderaan werd op een bescheiden manier het tafereel van de ‘miraculeuze’ redding ingezet. Het werk is van de bekende Vlaamse glasschilder Jan Huet (1903-1976).
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!