Deze gedenkplaat werd aangebracht voor alle tijdens de Eerste Wereldoorlog vermoorde en gesneuvelde parochianen van Aarschot
De gebeurtenissen
Op 19 augustus 1914 ‘s morgens bezette de Duitse overmacht ondanks hevige weerstand van het 9de en 26ste Linieregiment, de stad Aarschot. Hoewel de Belgische troepen zich teruggetrokken hadden naar de vesting Antwerpen, ontstond er in de late namiddag een vuurgevecht met vermeende francs-tirreurs en werd in de verwarring de Duitse bevelhebber Stenger gedood. Hierop werden 173 burgers als vergelding geëxecuteerd.
Terwijl de dagen volgend op 19 augustus de stad systematisch in brand werd gestoken, lukte het als bij wonder niet om de Onze-Lieve-Vrouwekerk grondig te vernielen. Slechts delen van de kerk werden verbrand. Vanaf 21 augustus was de kerk gedurende de komende weken een verzamelplaats voor opgepakte burgers uit Aarschot en het Hageland. Zes- à zevenhonderd burgers en 29 picpussen werden dagenlang in mensonterende omstandigheden vastgezet. Van hieruit vertrokken de gevangen mannen te voet naar de stations van Diest, Hasselt en Leuven om afgevoerd te worden naar La Chartreuse in Luik of de gevangenkampen in Duitsland. Velen zouden pas na 100 dagen terugkeren, sterk vermagerd, sommigen ziek. Anderen keerden nooit weer.
Tijdens de tweede uitval van het Belgisch leger in september (9 tot 13 september) werd de stad enkele dagen bevrijd. De Duitsers kwamen echter terug en gedurende drie maanden werd de kerk als paardenstal en kazerne gebruikt.
Pas in november 1914 werd de kerk door de Duitsers vrijgegeven en kon met de schoonmaak en het voorlopige herstel beginnen. Op 6 december werd de kerk, ondanks de Duitse bezetting, onder jubelend klokkengelui, opnieuw ingewijd.
Achtergrond
Niettegenstaande dat de katholieke religieuzen tijdens de opmars van het Duitse leger vaak het onderwerp waren geweest van verdenking, spot en vernedering, kwam de Katholieke Kerk kwam sterk uit deze oorlog. In tegenstelling tot de Belgische regering in ballingschap in Le Havre, was ze als autoriteit in het bezette België altijd en overal aanwezig om de bevolking moreel te steunen en nood te lenigen.
De gedenkplaat
De Katholieke Kerk was een van de eerste bezielers om alle slachtoffers van de oorlog te herdenken en zou reeds in 1919 directieven aan de parochiepriesters geven om lokaal herdenkingsmonumenten op te richten. Op 17 februari 1923, enkele maanden voor het burgerlijk monument op de Grote Markt zou ingehuldigd worden, werd deze artistieke, koperen gedenkplaat met 201 namen onthuld. Het ontwerp is van kanunnik Raymond Lemaire, toentertijd een spilfiguur van de Belgische religieuze architectuur en de Liturgische Beweging.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!