Tijdens de hevige gevechten langs het geallieerde bruggenhoofd van
Anzio-Nettuno richten de Amerikanen aan de noorduitgang van de stad Nettuno een militaire begraafplaats (Kriegsgräberstätte) in waar ook de Duitse gevallenen werden begraven. Begin 1947 werd op initiatief van de Amerikaanse gravendienst 2740 Duitse gevallenen herbegraven op een stuk grond nabij Pomezia, wat in december 1946 kosteloos beschikbaar was gesteld door de Italiaanse staat. De Duitse gravendienst herbegraaft daarna nog eens 3751 Duitse gevallenen die op verschillende begraafplaatsen liggen langs het voormalige bruggenhoofd van Anzio-Nettuno. In de jaren tussen 1948-1955 herbegraaft de Duitse gravendienst nog eens 10.704 Duitse gevallenen die rusten op de gemeentebegraafplaatsen van de plaatsen Rome, Latina, Salerno, Avellino, Frosinone, L’Aquila, Chieti, Siena en Pistoia. Uiteindelijk werden er na een overeenkomst tussen de Duitse en Italiaanse overheid op 22 december 1955 nog eens 10.228 Duitse gevallenen herbegraven uit de provincies Ancona, Arezzo, Ascoli, Grosseto, Latina, Livorno, Macerata, Neapel, Perugia, Pesaro, Rieti, Rome, Siena, Terni, Viterbo en Regglo di Calbria. In totaal vonden 27.443 Duitse soldaten hun laatste rustplaats in Pomezia.
Vanaf het entreegebouw voert een recht geplaveide weg langs de graven naar het centrale gedenkmonument dat boven het grafveld is opgericht. Vier stevige pilaren dragen een baldakijn die aan de onderkant bekleed is met een mozaïek van veelkleurige stukjes steen. De kolom in het midden is plastisch weergeven met vier levensgrote figuren die rouwen over hun medesoldaten. De veldgraven met natuursteenkruizen zijn omringd door groepen pijnbomen.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!