Het Nederlands Carillon, bij Arlington National Cemetery, is een geschenk van Nederland aan de Verenigde Staten als dank voor de Amerikaanse hulp bij de bevrijding en de gegeven hulp na de Tweede Wereldoorlog.
Teksten op het monument:
So many voices in our troubled world are still unheard. From the People of the Netherlands to the People of the United States.
Van de heer M.L.M. Verheul ontvingen wij nadere informatie omtrent de totstandkoming van het carillon. Het verhaal van de heer G. Verheul, geestelijk vader van het carillon:
Klokken voor Amerika
Het was eind 1951. Koningin Juliana zou het jaar daarop een staats bezoek aan Amerika brengen. De ministerraad besloot dat majesteit een cadeau zou moeten meenemen van het Nederlandse aan het Amerikaanse volk als dank voor de bevrijding in 1945, gevolgd door de Marshall hulp. In de voorlichtingsraad, bestaande uit hoofde van alle departementale voorlichtingsdiensten, waarbij Dr Max Weisglas (hoofd Persdienst Ministerie van Economische Zaken) , kwam men er niet uit. Alles passeerde de revue: van Deventer tapijt, glas uit Leerdam, Delfts aardewerk naar miljoenen bloembollen voor Washington. Alle ideeën werden door de ministerraad afgewezen.
Het was 18 oktober, de verjaardag van mijn vrouw. We hadden haar broers en zusters uitgenodigd voor een feestje. Het was al laat toen de laatste vertrokken. Mijn vrouw was moe maar toch wilde ze beginnen aan de enorme vaat in de keuken. Ik stuurde haar naar bed en begon af te wassen. Gek genoeg kwam tijdens het wassen het Nederlandse geschenk voor Amerika in mijn gedachten. De volgende dag zouden we als persdienst enz. erover vergaderen. Ik stootte twee glazen tegen elkaar. Dat ging gepaard met een melodieuze klank. "Jezus" dacht ik: een carillon. Ik ging verder met vaat wassen maar intussen rijpte in mijn brein een gans plan voor de realisering van de gedachte. Klaar zijnde ging ik niet naar bed maar kroop achter mijn schrijfmachine en werkte het hele plan uit. Het moest gedragen worden door een autoriteit. Ik dacht aan de voorzitter van de Tweede Kamer, Dr Willem Kortenhorst. Bovendien een ijdel man. Er moest een nationaal comité komen waarin de voorzitters - geen anderen - van Werkgevers- en Werknemersorganisaties, (Huis) Vrouwenorganisaties, Onderwijs en Sociale Organisaties enz. zouden zitting nemen met een kleine top voor de dagelijkse gang van zaken. Beslist geen vertegenwoordigers van de overheid, die ook geen geld zouden mogen geven. Barstend van de slaap stond ik de volgende morgen om 09:30 voor het bureau van Weisglas. Hij las het plan, staarde mij met grote ogen aan zei "Mijn hemel, dat is het". Hij belde met minister van den Brink en een kwartier later zaten we daar op de koffie. De minister was zeer geïmponeerd en enthousiast. De minister belde Kortenhorst en om 12:00 uur zat ik met hem in het restaurant van de Tweede Kamer en lichte mijn plan toe bij een voortreffelijke lunch.
Om kort te gaan: alles ging zoals ik het me had voorgesteld. De achterban van de voorzitters bracht geld bijeen. Er kwam geld voor 49 klokken van de metaalindustrie tot en met de boerenorganisaties. Kortom een doorsnee van de Nederlandse economische en maatschappelijke samenleving. De charme van mijn plan was, dat elke groep zijn eigen klok kreeg hetgeen tot uiting kwam in de randschriften van de hand van de dichter Ben van IJselstein. Zelfs de kleuters hadden hun eigen klokje. Het randschrift luidde: "Ik kleinste het reinste". Het werd symbolisch door (toen nog) Prinses Marijke aan haar moeder aangeboden tijdens een bijeenkomst op Paleis Soestdijk, vlak voor het vertrek van de koningin naar Amerika. Ik weet nog heel goed dat majesteit mij bij de arm nam en meenam naar de horde journalisten en fotografen en zei: "Heren, vindt u dit niet een geniaal idee?" Dat gebaar was meer waard dan een lintje, want het stond de volgende dag in alle kranten.
Tijdelijk carillon
Het was uniek in de geschiedenis van de klokkengieterijen in Nederland: ze werkte samen. Eysbouts in Asten, Petit & Fritzen in Aarle Rixtel, van Bergen in Heiligerlee. Het was een heel moeilijk karwei, want de klokken moesten qua toonzetting op elkaar worden afgestemd.
Petit & Fritzen beschikten over een mobiel carillon. Besloten werd dat dat naar Amerika zou worden verscheept, in afwachting van het definitieve carillon waaraan werd gewerkt. Het zou worden opgesteld in Meridian Hill Park in het hartje van Washington. Op 4 april 1952 bood Koningin Juliana het kleinste klokje aan President Truman aan. Begin maart dat jaar las ik in de krant dat Kortenhorst, vergezeld door de secretaris van het Nationaal comité, Mevrouw Beratta op uitnodiging van de Holland-Amerika Lijn naar Amerika zouden gaan om bij de inhuldiging van het tijdelijk carillon aanwezig te zijn. Ik zocht contact met Berhard Bekman, een goede vriend en perschef bij de Holland-Amerika Lijn. Maar zijn baas, de directeur van den Hengel, was niet bereid mij eveneens een reis aan te bieden.
Maar later kwam alles goed. Ik ontving een brief van de Amerikaanse Ambassade, gedateerd 16 april 1952, met de mededeling dat ik was uitverkoren voor een studiereis van 3 maanden naar dat land onder het United States Information and Educational Exchange Program: het Foreign Leader Program. En of ik wilde berichten of ik zou willen. Weisglas was met dit bericht zeer verguld. Later bleek dat er twee dingen ten grondslag lagen. Mijn activiteiten in het kader van het Marshallplan, alsmede het Carillon voor Amerika.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!