De cylinder vormige "Hal van de Strijder Glorie" is het zevende onderdeel van het immense monumentencomplex op de Mamaj Koergan (Mamaj-heuvel). Centraal in deze zaal is een hand die een fakkel met het Eeuwige Flam vasthoudt en er is een constante aanwezigheid van treurige muziek. Op de muren zijn 43 mozaïeken banieren aangebracht die in totaal 7200 namen dragen van omgekomen verdedigers van Stalingrad. Rondom staan de volgende woorden:
"Ja, we waren slechts stervelingen en weinigen van ons overleefden het, maar we vervulden allen onze patriottische plicht voor ons heilige moederland."
Mamaj Koergan:
De Mamaj-heuvel ("Hoogte 103.0" op militaire stafkaarten) was het hoogste punt in Stalingrad (nu: Volgograd) en daarmee een gewild doelwit van het Duitse 6de Leger tijdens de slag om Stalingrad. Op 13 september 1942 werd er voor het eerst om deze heuvel gevochten, die toen verdedigd werd door elementen van de Sovjet 62ste Leger. De Russen hadden de heuvel versterkt met loopgraven, bunkers, prikkeldraadversperringen en mijnenvelden. Toen de Duitsers de heuvel na hevige gevechten hadden veroverd, begonnen ze vanaf hier het centrum van de stad te beschieten. De Sovjet 13de Garde-geweer Divisie veroverde de heuvel terug op 16 september. De volgende dag bestond de divisie praktisch niet meer (bijna alle 10.000 manschappen van deze divisie hadden het leven gelaten of waren vermist).
De Duitsers vielen de heuvel soms wel 12 keer per dag aan, om vervolgens een hevige tegenaanval te ontvangen van de verdedigers. Mamaj-heuvel wisselde meerdere malen van eigenaar tijdens de slag. Op 27 september werd de hoogte voor de helft veroverd door het 6de Duitse Leger. De andere helft was nog in handen van de Sovjets. De verdedigers hielden het uit tot 26 januari 1943, toen het Sovjet winteroffensief de Duitsers definitief van de heuvel verjaagde.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!