Hier was een vliegveld voor één van de eerste grote bommenwerpers, de Duitse Zeppelin "Staaken" (zie foto 5).
Het vliegplein was het decor van de grootste vliegramp uit de Eerste Wereldoorlog. Vanop dat vliegveld stegen ook de Duitse ‘Riesenflugzeuge’ of reuzenvliegtuigen op. De oorlog in de lucht werd sinds 1915 almaar belangrijker. De Duitsers achtten Gent en omgeving best geschikt voor de aanleg van vliegvelden. Vanop die afstand was het immers mogelijk om, geladen met bommen en brandstof, naar Londen en terug te vliegen. Het bestaande militaire oefenterrein in Sint-Denijs-Westrem werd ingenomen door ‘die 4. Armee’, later kwam er het vliegveld in Scheldewindeke-Dikkelvenne. Dat laatste werd aangelegd eind 1917 en begin 1918. Het was het modernste van zijn tijd, met radiostation, verlichting en de eerste baan in beton.
De verharding was nodig voor de ‘Riesenflugzeuge’ die 4 tot 6 motoren droegen. De reuzenbommenwerpers troffen Londen en Noord-Frankrijk hard en ondersteunden het Duitse lenteoffensief van 1918 om de statische loopgravenoorlog te doorbreken. De reuzenvliegtuigen wogen, gewapend met bommen, zo’n 13 ton en zakten op andere vliegvelden door de grond. Op het vliegveld van Sint-Denijs-Westrem, de eerste optie van de Duitsers, bleek de bodem te zacht. De hoge kouterrug tussen Dikkelvenne en Scheldewindeke bleek daarentegen zeer geschikt. Ondanks de hardere grond van dat plateau besloten de Duitsers toch ook beton te gieten. Het ging mogelijk om het eerste verharde vliegveld ter wereld.
Ramp op Hemelvaartsdag
De zware vliegtuigen hadden bij het opstijgen behoorlijk wat tijd nodig om een veilige hoogte te bereiken.
Alles wat in de weg stond, werd afgebroken. Zelfs de Koortskapel in de Blokstraat. Die werd na de oorlog terug opgebouwd. De mensen toen vertelden dat de Duitsers de afbraak van de kapel duur bekochten met een zwaar ongeval. Het vliegplein was namelijk het decor van de grootste vliegramp tijdens de Eerste Wereldoorlog. Drie vliegtuigen zijn op Hemelvaartsdag 1918 neergestort door de dikke mist. De piloten negeerden de bevelen vanuit het radiostation en crashten tegen de bomen in het Munkbos en de Kasteeldreef. Na de crash op Hemelvaartsdag namen de vluchten af en ook te land werden de Duitsers teruggedrongen. Op 2 oktober 1918 ontruimden ze het vliegplein, de voorbode van de Wapenstilstand ruim een maand later.
Het vliegveld werd na WOI niet meer gebruikt. Het enige nog bekende wapenfeit na de oorlog dateert van 21 mei 1940. In de loop van die dag maakte een bommenwerper een noodlanding op het oude Duitse vliegveld.
Behalve enkele funderingsresten van een loods op het grondgebied van Scheldewindeke, blijft er niets meer over van het vlieg- plein.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!