Annette Katan komt als jong Haags meisje terecht in Groningen, op de vlucht voor de Duitsers. Ze is Joods en vindt onderdak bij de familie Bosker. Onder de schuilnaam Ans de Groot maakt ze deel uit van het gezin, naast de zeven andere kinderen. Ze wordt waarschijnlijk na verraad ontdekt en afgevoerd naar Auschwitz waar ze meteen wordt vergast.
De herinnering aan dit 17-jarige meisje vervaagt mettertijd, totdat er een paar jaar geleden een haarlok opduikt. Door moeder Bosker bij een reguliere knipbeurt bewaard en daarna doorgegeven aan zoon Arie.
In de Jacobus-kerk hangt nu een vitrinekastje aan de muur met daarin een boekrol met de hele geschiedenis van Katan. In een doosje zie je de haarlok. Een paar honderd meter verderop bevindt zich een zwerfkei waarin een afbeelding van het plukje haar is uitgehouwen. Op deze plek stapte Annette op de bus naar haar voortijdige dood.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!