Cunibil, Robert

Geboortedatum:: 3 februari 1915 (Parijs, Frankrijk)
Overlijdensdatum:: 5 juni 1999 (Alès, Frankrijk)
Nationaliteit:: Franse

Biografie

Met een fitting van een adjusterwerktuigkundige en industriële ontwerper verbindt hij zich in november 1935 in de luchtmacht en wordt hij naar Marokko gestuurd.

Na zijn militaire instructie wordt hij toegewezen aan de 2e Marokkaanse vleugel in Meknes.

Op 14 september 1937 werd hij toegelaten tot de school van Rochefort-mechanica. Ingebed voor Casablanca op 27 september 1937, werd hij de naam Master Arbeider genoemd.

In augustus 1938 benoemde Caporal-chef, hij wordt naar Algerije gestuurd waaruit hij deelneemt aan operaties op Zuid-Italië en Sicilië in 1940.

Op 1 juli 1940 gaan twee Bombardiers Glenn Martin 167 van de 1/61 Bombardment Group, opstijgen van Youks-les-Bains, een uitvalsbasis in de buurt van Tébésas in Algerije, en set Cape Town naar het oosten. Egypte.

Aan boord zijn vijf luchtmensen die weigeren om armen na de wapenstilstand te storten. Het eerste vliegtuig, aangedreven door adjudant Raymond Rolland, neemt kapitein Roger Ritoux-Lachaud, een Observer-officier. De tweede, wordt bestuurd door de Chief Warrant Officer Yves Trénan vergezeld door Captain Jacques Dodelier, Observer en Chief Sergeant Robert Cunibil. De twee vliegtuigen ontstaan na vier en een half uur van de vlucht in Marsa Matrouh. Het luchtmensen delen van hun intentie om het gevecht voort te zetten en twee uur later, de twee Glenn Martin opstijgen weer. Geleiden door een klein British Liaison-apparaat, gaan ze naar het hoofdkantoor van de Royal Air Force in Bogush. De volgende dag ontstaan de twee vliegtuigen in Heliopolis in Egypte.

Op 8 juli ondernemen de vijf vluchten in de RAF-vrijwilligersreserve en vorm, met de versterking van een dozijn andere dissidenten, waaronder luitenant-waarnemer Pierre de Maismont en de sergeantmechanic René Bauden, de eerste van de drie kleine eenheden Franse antennes gevormd in de RAF. Dit is de nummer één Franse bommenwerpervlucht bestaande uit met zowel Glenn Martin.

Op 13 juli verlaat de eenheid Heliopolis voor Aden, waar het de volgende dag aan het einde van de ochtend aankomt, de nationale dag, na het doorbrengen van de nacht in Port Sudan. Tijdens de reis, de Glenn Martin van de Warrant Officer Trénan, met Dodelier en Cunibil aan boord, wijkt vrijwillig van zijn weg en vliegt vrijwillig een erkenning van de steden Massaoua en Assab, gehouden door de Italiaanse troepen. Dit is de eerste oorlogsmissie tegen de vijand door een Franse "Diskenting" -personeel.

Op 14 juli 1940 werd de eenheid bevestigd aan Aden, Jemen, op het 8 bommenwerper squadron van de Royal Air Force. Robert Cunibil neemt onmiddellijk deel aan ABSSSINIA- en SOMALALE-operaties. Zijn harde werk en technische competentie dragen vervolgens op grote schaal bij aan het onderhoud van vliegtuigen en de volledige prestaties van de eerste Franse eenheid sinds 25 juni 1940.

Op 16 december 1940, tijdens zijn twaalfde missie van oorlog op de Abessinië, werd hij tijdens een daoua dir-herkenningsmissie in de vlucht neergeschoten; Hij springt in parachute, wordt gewond, maar blijft de enige overlevende van de bemanning (de kapitein Dodelier, Trecan Chief Warrant Officer en Chief Michel Sergeant worden gedood). Genomen gevangen door de Italianen, hij wordt op 20 december 1940 in de dood gestuurd door een rechtbank in Addis Ababa; Geconccerend wachten op de uitvoering ervan, vindt hij Pierre de Maismont ook geïnterneerd. Beide worden op 24 april 1941 opgeslagen door de voorschot van geallieerde troepen naar Addis Ababa die hun vrijlating van de Desié-gevangenis toelaat.

Allereerst terug naar het squadron in Abessinië, vervult hij vervolgens Liaison-missies onder de bestellingen van kolonel Palewski, het indienen van Oost-Afrikaanse FFL.

In april 1942 is het opgenomen in de jachtgroep "Elzas" in Libië en neemt deel aan de slag om El Alamein. Maar het hebben van 5 piloten verloren, wordt de Elzas van voren verwijderd in oktober 1942 en gerepatrieerd op Engeland.

In januari 1943 wordt Robert Cunibil toegewezen aan Camberley (Engeland) en werd in april overgedragen in het 2e squadron van de bombardementengroep "Lotharine" als een monteur. Hij voert 20 missies uit, waaronder 9 in Frankrijk, als browser- en machinepersoneel.

Het wordt op 25 juni 1944 benoemd tot tweede luitenant.

Na de Duitse capitulatie is het toegewezen aan de Base van de Rock Pilot School. In 1946 werd het gemuteerd aan de basis van Cognac, bevorderde luitenant en muteerde toen op de basisschool van Rochefort.