Corlu, Jean-Marie

Geboortedatum:: 8 augustus 1912 (Saint-Donat-sur-l'Herbasse, Frankrijk)
Overlijdensdatum:: 30 augustus 1944 (Bobigny, Frankrijk)
Nationaliteit:: Franse

Biografie

Hij kwam Saint-Cyr binnen op 1 oktober 1931, hij vertrok in 1933 (promotie van Tafilalet) om te worden toegewezen aan het 24e Senegalese Tirailleurs-regiment (24e RTS). Hij werd instructeur voor de Senegalese troepen in Perpignan.

Benoemd voor AOF in augustus 1934, begon hij bij de 7e RTS waar hij hoog werd gewaardeerd door zijn chef-koks. Gepromoveerd tot luitenant in oktober 1935, werd hij het volgende jaar toegewezen aan de Nomadische Groep van Akjoujt in Mauritanië, maar hij was verplicht om het volgende jaar terug te keren naar Frankrijk en werd toegewezen aan de 8e BTS in Toulon.

In 1939 keerde Jean-Marie Corlu terug naar AOF en nam het commando over van de Meharist Group van Agadès. Daar was hij in juni 1940.

Op 8 augustus 1940 besloot hij zijn verjaardag te vieren door over te schakelen naar "dissidentie". Aangezien Niger onder de gehoorzaamheid van Vichy blijft, besluit hij het gebied te verlaten. Door zijn leider naar het noorden gestuurd "ter erkenning van weiden", steekt hij naar het zuiden. Op de rug van een kameel, begeleid door twee goumiers, doorkruist hij de woestijn om te ontsnappen aan alle zoekacties (om de drie uur zenden de radiostations in Niger hetzelfde bericht uit: "zoek en arresteer luitenant Corlu, van de Nomadic Group of Agadès "). In tien dagen legde hij 700 kilometer af in de woestijn. Voordat hij de grens met Brits Nigeria oversteekt, stuurt hij zijn goumiers weg met een bericht voor de officieren van Agades, waarbij hij de te volgen route aangeeft aan degenen die zich bij hem willen aansluiten.

In Sokoto, de hoofdstad, is het contact met de Engelsen positief. Corlu is op weg naar Tsjaad, samen met De Gaulle sinds 26 augustus.

Op 6 september was hij in Fort-Lamy. Toegewezen aan de Nomadische Groep van Tibesti, werd hem door kolonel Leclerc een delicate missie toevertrouwd. Samen met de overlevenden van een Engelse patrouille op weg naar Soedan moet hij controleren of de Italiaanse post El Aouenat nog in handen is van de vijand. En terwijl de Engelse patrouille zijn mars naar Egypte voortzet, voegt hij zich, alleen om verslag uit te brengen, de Colonne Leclerc.

Daarna neemt hij deel aan de Koufra-operatie. Op 25 februari 1941 betrad hij met kapitein Dio en een paar mannen het steunpunt, binnen de perifere verdedigingswerken, en joeg de inzittenden achterna, ondanks een hevig vuur van granaten en automatische wapens. Gewond aan zijn benen door granaatscherven, bedekte hij met koelte de plooien van zijn mannen. Aangehaald in het bevel van het leger, werd hij vervolgens op 1 maart 1941 benoemd tot kapitein, voordat hij in het ziekenhuis werd opgenomen in Fort Lamy en vervolgens in Brazzaville.

In juli 1941 trad Jean-Marie Corlu toe tot het Régiment de tirailleurs Senegalais du Tchad (RTST) in Fort-Lamy.

In november 1941 nam hij het commando over van de 12e compagnie van de RTST, waardoor het een elite-eenheid werd. Maar vanaf juni 1942 overweldigde de ziekte hem en hield hem maandenlang lam. In oktober 1942 werd hij toegewezen aan de Chedra-groep in Tsjaad en nam in februari 1943 het bevel over van de 12e RTST-compagnie waarmee hij deelnam aan de 2e Fezzan-campagne.

Op 27 februari 1943 raakte hij opnieuw gewond door op een mijn te springen tijdens een verbindingsmissie in Ksar Rhilane in Tunesië. Geëvacueerd naar Egypte, trad hij in mei toe tot de divisie en werd op 31-jarige leeftijd de jongste bataljonscommandant in de divisie.

Hij werd door kolonel Dio tot de staf van het Régiment de Marche du Tchad (RMT) geroepen en kort voor het vertrek van de 2e DB uit Marokko naar Engeland werd hij benoemd tot plaatsvervangend officier van het 1e bataljon van de RMT.

Op 4 augustus 1944 landde commandant Corlu in Sainte-Mère-Église. Hij vecht tijdens de verovering van Alençon en Argentan. Op 25 augustus kwam hij Parijs binnen aan het hoofd van het 1ste Bataljon van de RMT.

Twee dagen later, het waren de gevechten bij Le Bourget, vertrok Corlu in een jeep met kapitein Sammarcelli om de route van hun auto's en tanks te verkennen. Verloofd op het lege vliegveld bij Dugny, hoorden ze al snel geweerschoten. Jean Corlu is ernstig gewond aan de maag. Kapitein Sammarcelli, zelf door twee kogels geraakt, liet hem evacueren.

In het Frans-islamitische ziekenhuis in Bobigny kon commandant Jean-Marie Corlu de operationele schok niet verdragen en stierf op 30 augustus in zijn ziekenhuiskamer.