Chausse, Paul

Geboortedatum:: 22 januari 1915 (Chanteloup, Frankrijk)
Overlijdensdatum:: 4 mei 2005 (L'Aigle, Frankrijk)
Nationaliteit:: Franse

Biografie

In september 1932 nam hij voor vijf jaar dienst bij de mariniers.

Hij keerde terug naar het burgerleven, was toen een controle-assistent en vervolgens adjunct-controleur bij de Service des Fabrications dans l'Andustrie, een administratie die afhankelijk was van het Ministerie van Oorlog, in de regio van Evreux.

Speciaal toegewezen, Paul Chausse werd op zijn verzoek in november 1939 gemobiliseerd en diende tot april 1940 als kwartiermeester-schutter op de patrouilleboot Léoville.

Hij neemt deel aan konvooi-escortes tussen Brest en Casablanca.

Vervolgens ging hij aan boord van de H79 Léopold Néra, een Belgische trawler die werd gevorderd om te worden gebruikt voor de evacuatie van vluchtelingen uit de havens van het Kanaal. Onder het bevel van luitenant-commandant Ortoli, die het bevel voert over de kleine vloot trawlers, verliet hij Brest naar Engeland, waar hij in juni 1940 in Plymouth landde.

Paul Chausse tekende op 19 juli 1940 in Londen een verloving bij de FNFL en trad toe tot het 2nd Marine Rifle Battalion. Onder het bevel van luitenant Thulot was hij verantwoordelijk voor de opleiding van rekruten.

Hij verliet Engeland met zijn eenheid in oktober 1940 en ging naar Equatoriaal Afrika waar hij werd toegewezen aan de bewaking van de kusten van Kameroen, Gabon en vervolgens Midden-Congo. Van januari 1942 tot april 1943 was hij met zijn eenheid verantwoordelijk voor de bewaking van de kusten van Syrië en Libanon en voor de opleiding van rekruten als tweede kapitein en vervolgens meester schutter.

In mei 1943 koos hij ervoor om zich aan te sluiten bij het 1st Commando Marines Battalion (1st BFMC) onder commandant Kieffer. Hij was toen onderofficier en nam deel aan de verkenningsaanval bij Oostende in Middelkerque in januari 1944, daarna aan de landing op 6 juni 1944 in Normandië met de Britse "Troop n°4". Zijn eenheid, bestaande uit 177 manschappen, was verantwoordelijk voor de verovering van het casino van Ouistreham en leed gedurende de dag 40% verliezen.

Paul Chausse onderscheidde zich vervolgens op 17 augustus 1944 tijdens een bajonetaanval met zijn sectie, nabij de dorpen Bavent en Robehomme in Calvados, op een plaats genaamd "la Ferme de l'Epine", tegen een Duitse eenheid van achterhoede. Het valt dan op in defensieve operaties en patrouilles tot september.

Na een periode van rust in Engeland bij de BFMC, nam hij eind oktober 1944 actief deel aan de verovering van de haven van Vlissingen in Nederland, door zijn sectie te leiden om een stevig verdedigde vijandelijke stelling aan te vallen; hij brengt de Duitsers veel verliezen toe en maakt veel krijgsgevangenen.

Paul Chausse nam deel aan de gehele Nederlandse campagne tot mei 1945, daarna aan de bezetting van Duitsland tot januari 1946.

Hij beëindigde de oorlog als bemanningsofficier van de 2e klasse vloot.

Gepromoveerd tot officier van de bemanning van de 1e klas vloot in 1953, werd Paul Chausse teruggeroepen naar Algerije bij de Demi-brigade de fusiliers mariniers (DBFM) van Nemours en was gestationeerd in Bal-el-Assa bij Marnia in Oranie van mei tot december 1956.

In het burgerleven was hij van april 1947 tot maart 1976 supervisor, vervolgens uitvoerend en uiteindelijk hoofd personeel bij het bedrijf Dubonnet Cinzano.