Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Lieutenant (1e Luitenant)

Toegekend op:

30 december 1941

Aanbeveling:
Ter erkenning van opmerkelijke diensten in het Midden-Oosten waaronder Egypte, Oost Afrika, de westelijke woestijn, Soedan, Griekenland, Kreta, Syrië en Tobroek in de periode van februari tot juli 1941.

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Temporary Captain (Tijdelijk Kapitein)

Eenheid:

116/118th Field Battery, 31th Field Regiment, 4th Indian Infantry Division, British Indian Army

Toegekend op:

4 augustus 1942

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Acting Major (Waarnemend Majoor)

Eenheid:

Military Intelligence Section 9 (MI9), Directorate of Military Intelligence (DMI), War Office, British Government

Toegekend op:

15 november 1945

Aanbeveling:
Deze officier raakte in 1942 gewond tijdens de campagne in Noord-Afrika. Hij verloor zijn rechterarm en werd wegens dapperheid in actie onderscheiden met het Military Cross. Sinds 1943 hield hij zich bezeg met met de voorbereiding en uitvoering van ondergrondse operaties voor het evacueren van Geallieerd militair personeel uit bezette gebieden. In de winter van 1943 zetten agenten in Parijs en Bretagne een netwerk op om Gealleerde vluchtelingen vanuit Parijs naar Bretagne te vervoeren waar ze onder bescherming van de duisternis door M.T.B.'s van de marine werden opgepikt. In totaal werden negen van dit soort operaties uitgevoerd waardoor 120 Geallieerde vliegers en soldaten werden gered.
Vanaf december 1943 tot juli 1944 had Captain Windham-Wright de leiding over alle regelingen met de marine voor het afvoeren van de mannen en het infiltreren van agenten van M.I. 9 om geheim ontsnappingswerk te doen. Bij zeven gelegenheden voer hij in een M.T.B. vanuit Dartmouth naar een punt op ongeveer 1,5 km van de Bretonse kust en ging met marinepersoneel in een sloep naar een vooraf afgesproken strand waar hij contact maakte met agenten en toekomstige plannen met hen besprak. Hij regelde ook de afvoer van van de Geallieerde vluchtelingen, meestal ongeveer 20 die naar de M.T.B. werden geroeid. Hij was verantwoordelijk voor het aan land zetten van voorraden door de marine en het doel van zijn aanwezigheid was de lokale groepen aan te moedigen door persoonlijk contact en ook om agenten van M.I. 9 te helpen die voor het eerst op vijandelijk gebied kwamen. Het resultaat van de organisatie toen Captain Windham-Wright samenwerkte met de marine was vijf geïnfiltreerde agenten, drie agenten teruggehaald, 2.300 kg voorraden aan land gezet en 120 personen geëvacueerd.
In maart maakte Captain Windham-Wright een keer drie reizen in tien dagen waarmee hij een agent aan land zette en 70 militairen mee terugnam. Deze reisjes naar de Bretonse kust waren natuurlijk gevaarlijk. De M.T.B.'s liepen gevaar door radar ontdekt te worden of op vijandelijke konvooien te stuiten. De sloepen sloegen in slecht weer regelmatig vol. Op ongeveer 400 meter van het afgesproken strand lagen Duitse posten met zoeklichten en veldgeschut. Er lagen ook mijnen op het strand en er moest worden afgerekend met andere gevaren van de strandverdediging. Tijdens de uitvoering van dit werk toonde Captain Windham-Wright grote minachting voor eigen veiligheid en door zijn aanwezigheid inspireerde hij lokale groepen tot grotere inspanning met als resultaat dat een aanzienlijk aantal soldaten en vliegers werd gered.

Tweede MC toegekend als Gesp

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Temporary Major (Tijdelijk Majoor)

Toegekend op:

23 mei 1947