TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Schwitzgold, Max Victor

Geboortedatum:
15 juni 1911 (Gloversville/New York, Verenigde Staten)
Overlijdensdatum:
17 december 1944 (Baugnez, België)
Begraven op:
Amerikaanse Oorlogsgraven Knesseth Israel Cemetery
Vak: D. Graf: 59.
Dienstnummer:
32954422
Nationaliteit:
Amerikaanse

Biografie

Max Victor Schwitzgold werd op 15 juni 1911 geboren in Gloversville, New York, in de Verenigde Staten van Amerika. Hij was de zoon van de Poolse immigranten Jacob en Rebecca Schwitzgold, die zich in het begin van de 20ste eeuw in de VS hadden gevestigd. Zijn ouders runden een bedrijf waar handschoenen werden gemaakt. Max had een oudere zus, Dorothy. Tijdens zijn middelbare school periode werkte Max als krantenbezorger en tevens op de fruitmarkt in Gloversville. Hij haalde zijn diploma aan de Gloversville High School in 1929. In 1930 verhuisde Max naar Wilmington, Delaware, en kreeg een baan als administratief medewerker. Op 29 april 1930 trouwde hij met Rose Ruggiero. In de zomer van dat jaar namen Max en Rose een lunchroom over, genaamd “the Coffee Pot”, waar ze – naast koffie – kranten, snoep en broodjes verkochten. In 1933 kregen ze een dochter, Joanne. In oktober 1933, kochten ze nog een winkel in Wilmington, waar ze frisdranken, snoep en allerhande goederen en waren verkochten. Naar verluidt, zat er een appartement boven deze winkel waar Max en zijn gezin gingen wonen. In 1939 liep het huwelijk van Max en Rose stuk en scheidden ze. On 16 oktober 1940 gaf Max zich op voor de dienstplicht. Een half jaartje later, in april 1942, trouwde hij met Ethel Rosevich.

Max trad op 19 juli 1943 in New Jersey in militaire dienst bij het Amerikaanse leger. Na een maand werd Max verplaatst naar Fort Bragg, North Carolina, waar hij zijn basistraining zou krijgen bij het Field Artillery Replacement Training Center. Na voltooiing van zijn basisopleiding in december 1943, werd Max geplaatst bij Battery B van het 285th Field Artillery Observation Battalion (FAOB) in Fort Sill, Oklahoma. In juli 1944 werd hij bevorderd tot private 1st class. Een maand later vertrok zijn eenheid van New York, per schip, naar Cardiff in Groot Brittannië, waar deze op de 31ste van dezelfde maand zou arriveren. Max werd vervolgens in september 1944 bevorderd tot Corporal. In mid-september werd hij, met zijn eenheid, verscheept naar Normandië, Frankrijk. Op 23 september 1944 werd het Battalion ingedeeld bij het Amerikaanse 1st Army om deel te nemen aan de Rhineland campagne. Het 285th Field Artillery Observation Battalion werd ingezet tijdens de ‘Battle of the Bulge’ in de Ardennen, België. Haar belangrijkste taak was het lokaliseren van vijandelijke artillerie met behulp van ‘sound and flash’ techniek (het meten van de afstand van het geluid in combinatie met het waarnemen van de flits van het mondingsvuur van een artillerieschot). In december 1944 was hij inmiddels Technician 5th grade en werkte als administrator-typist bij de Battery B.

Op 17 december 1944 waren soldaten van het 285th Field Artillery Observation Battalion onderweg van Schevenhütte (10 kilometers oost van Aken), Duitsland, naar de Ardennen in België, toen zo’n 120 man gevangen werden genomen door Joachim Peiper’s 1st SS Panzer Division bij Baugnez. Het Duitse leger lanceerde een dag eerder een groot tegenoffensief door de Ardennen, en het konvooi van het 285th Field Artillery Observation Battalion stuitte op de voorhoede van Peiper’s 1st SS Panzer Division. De Amerikaanse soldaten maakten geen schijn van kans en de meesten gaven zich over. De gevangen soldaten werden vervolgens in een nabij gelegen veld opgesteld en met mitrailleurs neergemaaid, wat later bekend zou worden als het Malmedy bloedbad. Max werd, naar verluidt, geraakt in zijn borst en viel boven op een collega soldaat die eveneens gewond was. Daarna liepen enkele Duitsers door het veld om de nog levende Amerikanen dood te schieten. Technician 5th grade Max Victor Schwitzgold overleed als gevolg van een schot door zijn hoofd, hij werd 33 jaar oud. He werd eerst begraven op de militaire begraafplaats van Henri-Chapelle, België.

Op 7 januari 1945 kreeg zijn familie het bericht dat Max werd vermist. Nadat positieve identificatie van zijn lichaam was vastgesteld werd zijn familie op 3 februari op de hoogte gebracht van zijn tragische lot. Na de oorlog werd zijn lichaam op verzoek van zijn familie naar de Verenigde Staten overgebracht. Max werd begraven op de Knesseth Israel Cemetery, Gloversville, Fulton County, New York; In graf D-59. Er is tevens een herdenkingsmonument op de Jewish Community Cemetery, Wilmington, New Castle County, Delaware. Max wordt daarnaast ook herinnerd op het monument in Baugnez, België.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen