Landbouwer Reinder Spriensma nam vanuit zijn gereformeerde geloofsovertuiging deel aan het verzet, was één van de oprichters van LO-Opsterland en hierdoor lid van de "Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers" (de L.O.).
Op 9 augustus 1944 werd hij gearresteerd toen bij een inval in zijn boerderij twee Joodse onderduikers werden gevonden. Hij werd overgebracht naar het Scholterhuis aan de Grote Markt in Groningen, het hoofdkwartier van de Gestapo en SD. De twee Joodse onderduikers, KNO-artsechtpaar dr. Abraham Simeon Jacobson (1879-1944)-Rosa Granaat (1888-1944), werden overgebracht naar Auschwitz en op 6 september 1944 vergast.
Spriensma werd na verhoor vastgezet in het Huis van Bewaring in Groningen en op 21 augustus 1944 overgebracht naar Kamp Vught. Toen op 6 september Kamp Vught werd ontruimd, werd hij overgebracht naar Oranienburg en te werk gesteld in Sachsenhausen. Op 30 januari 1945 overleed hij in Oranienburg aan de gevolgen van een longontsteking. Zijn stoffelijk overschot werd aldaar gecremeerd.
Sommige bronnen vermelden dat Reinder Spriensma postuum het Verzetsherdenkingskruis ontving, zijn naam staat echter niet vermeld in het register van de onderscheiding. In Ureterp werd in zijn herinnering een monument opgericht op het kerkhof.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!