Dochter van brievenbesteller Pieter Teunis van Elst (14 februari 1888 – 27 september 1964 Roosendaal) en Dirkje Maria Leentje Bakker (20 december 1889 Kralingen). Ongehuwd. Telextypiste bij de PTT. Raakte betrokken bij het verzet in West-Brabant. Zij kopieerde tijdens haar werk geheime Duitse orders en speelde die in de vorm van het nog goed leesbare blauwe carbonpapier door naar het verzet.
In 1943 was er sprake van verraad. Leentje werd enige tijd geschaduwd en kon niet meer tijdig onderduiken. Ze werd in de nacht van 25/26 juli 1943 door de SD gearresteerd in opgesloten in het Oranjehotel. Via Haren waar zij gevangenisstraf kreeg opgelegd, en kamp Vught ging zij op transport naar Duitsland. Dat was het begin van een reis langs Duitse gevangenissen en kampen. Anrath, Düsseldorf, Ziegenhain, Frankfurt-Hoechst, en Frankfurt am Main. Vandaar uit kwam zij samen met 48 andere vrouwelijke gevangenen in Arbeitserziehungslager Heddernheim (*1) in Hirzenhain (Dld.) terecht.
Toen de geallieerde troepen in de loop van maart 1945 steeds verder in Duitsland oprukten, maakten de bewakers aanstalten om het kamp te ontruimen. Op 25 maart 1945 moesten zes mannelijke gevangenen in de buurt van het kamp in het bos een grote kuil voor een benzinedepot te graven. Dat kregen ze althans te horen. Maar terwijl de volgende dag de evacuatie van een deel van het kamp plaatsvond, werden de zes mannen opnieuw naar de kuil gebracht, samen met 81 vrouwelijke gevangenen, onder wie Leentje van Es. Daar schoot een SS-commando hen in kleine groepjes dood. Onder de slachtoffers bevond zich nog een tweede Nederlandse: Lies van der Klijn-Wooning (2*). Hirzenhain werd enkele later door de Amerikanen bevrijd.
(1*) Arbeitserziehungslager: heropvoeding door (dwang)arbeid.
(2*) Elisa Adriana Petronella van der Klijn-Wooning (18 november 1897 Amsterdam).
Op aanwijzingen van de plaatselijke bevolking vonden Amerikaanse soldaten het massagraf. Slechts één gedetineerde kon worden geïdentificeerd. Sinds 1959 liggen de slachtoffers anoniem op de oorlogsbegraafplaats van klooster Arnsburg bij de stad Lich.
In 1963 ontving de familie een brief van een Russische kampvriendin van Leentje die informeerde hoe het met haar was? Deze vriendin was dus niet op de hoogte van haar overlijden. Uit naspeuringen door het Rode Kruis bleek vervolgens dat Leentje één van de geëxecuteerden in het graf was waardoor in ieder geval bekend is waar zij ligt begraven.
Postuum is zij geëerd met het Oorlogskruis 1940 en de Belgische “Ridder in de Orde van Leopold II met Palm” onderscheiding. Haar naam komt voor op het bevrijdingsmonument aan de Parklaan in Roosendaal en op het adres Groenstraat 34 is voor haar een Stolperstein gelegd.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!