- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Risaldar (Kapitein der Cavalerie)
- Eenheid:
- 2nd Royal Lancers, 3rd Indian Motor Brigade, 7th Armoured Division, British Army
- Toegekend op:
- 11 november 1943
https://www.tracesofwar.com/persons/86517 Khan, Abdullah
Aanbeveling:
Risaldar Abdullah Khan 2nd Royal Lancers
Jemadar Rattan Singh 2nd Royal Lancers
Jemadar Siddiq Ahmed I.M.D.
Van bovengenoemde V.C.O. s (Viceroy Commissioned Officer, ed.) werden de eerste twee, dienend bij hun regiment, door Italiaans-Duitse troepen op 8 april 1941 bij El Mekili in Libië gevangen genomen. Jemadar Siddiq Ahmed was in december 1939 eerst in actieve dienst bij Force K6 in Frankrijk en werd later toegevoegd aan 22 A.T. Coy., R.I.A.S.C.; deze eenheid moest zich neerleggen bij de algehele overgave op 24 juni 1940.
Ze bleven tot 1 maart 1943 in gevangenschap
Op 26 februari 1943 werden alle drie V.C.O.s samen met andere landgenoten vanuit een gevangenenkamp in Duitsland naar Bayonne gestuurd. Voordat hij Duitsland verliet besloot Jemadar Siddiq Ahmed de eerst mogelijke gelegenheid te baat te nemen om te ontsnappen. Hij zocht de voorzitter van het ontsnappingscommité in het kamp op die hem adviseerde te proberen te ontsnappen uit de trein op weg naar Bayonne; hij voorzag hem ook van Frans geld en stelde voor dat hij naar een boerderij moest zien te komen. Rissaldar Abdullah Khan en Jemadar Rattan Singh stemden erin toe om te proberen met hem te ontsnappen.
Op 1 maart 1943 stopte de trein naar Bayonne met de krijgsgevangenen aan boord op een klein station Ste Marie, net buitern Orléans; de bewakers sliepen. Toen de trein uit het station vertrok sprongen de drie V.C.O.s eruit en renden ongezien weg.
Voornamelijk vanwege de kennis van de Franse taal van Jemadar Rattan Singh konden ze voedsel krijgen van boeren en plaatselijke bewoners en ook konden ze burgerkleding krijgen zodat ze zich konden voordoen als Algerijnen.
Ondanks de slechte en moeilijke omstandigheden slaagden ze erin te voet, per trein en per bus naar de stad Esperanza aan de Spaanse grens te reizen waar ze het advies hadden gekregen om contact te maken met een zekere gids om hen naar Spamje te brengen.
Helaas was de gids niet aanwezig en zijn huis werd door de Duitsers in de gaten gehouden. Daarom besloten ze te proberen de reis zonder hulp te maken met alleen een toeristenkaart van de Shell en richting Andorra te gaan. Dat was op 12 maart.
Vanwege de Duitse garnizoenen in de grenssteden moesten ze het grootste deel van de reis bergpaden gebruiken. Het weer was zeer koud en ze konden moeilijk aan voedsel komen; ze leefden drie dagen lang op twee aardappelen per persoon. Tot hun grote pech raakten Rissaldar Abdullah Khan’s voeten onderkoeld en ontstoken vanwege de sneeuw en de vochtigheid. Na een tocht van ongeveer tien dagen bereikten ze eindelijk Escaldes in Andorra waar de eigenares van een plaatselijk hotel hen voedsel en onderdak verschafte. Ze betaalde ook de dokter die Rissaldar Abdullah Khan’s voeten behandelde en regelde hun vervoer naar Barcelona met de H.D.M. consul-generaal aldaar.
Rissaldar Abdullah Khan werd zeer tegen zijn wil in een ziekenhuis in Barcelona opgenomen vanwege zijn slechte gezondheid en zijn onvermogen om nog ongeveer zes weken te reizen. Hij volgde later Jemadar Siddiq Ahmed en Jemadar Rattan Singh die via Madrid, Gibraltar en Cairo naar India waren teruggekeerd.
Ik vind dat Jemadar Siddiq Ahmed’s initiatief, zijn optreden onder zeer moeilijke omstandigheden en zijn bekwaamheid als leider van de groep door hem onbekend terrein enige vorm van erkenning waard zijn en daarom draag ik hem voor voor toekenning van het Military Cross.
….(?) getoond door Rissaldar Abdullah Khan en Jemadar Rattan Singh onder net zulke moeilijke omstandigehden enige vorm van erkenning waard zijn en daarom draag ik beiden voor voor toekenning van de Indian Distinguished Service Medal.