Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht hij met Ulanen-Regiment 20, waarmee hij het IJzeren Kruis Eerste en Tweede Klasse verdiende. Over zijn militaire loopbaan in de Grote Oorlog is verder niet veel bekend. Op 6 september 1918 werd hij door de Britten gevangengenomen. Hij werd op 1 november 1919 vrijgelaten en ongeveer drie weken later ontslagen. Hij leefde een burgerleven tot oktober 1934 toen hij weer bij het leger ging en een compagnie van Infanterie-Regiment 22 (1. Infanterie-Division) van het Gumbinnen Garrison overnam. Op 1 januari 1939 voerde hij het bevel over de 11e compagnie van het regiment. Tijdens de Poolse veldtocht, op 9 september 1939, raakte hij zwaargewond (schot in de nek waarbij de kogel in de longen kwam) en werd voor medische behandeling naar Ortelsburg/Duitsland vervoerd. De la Chevallerie nam deel aan de Campagne in het Westen (commandant 3e bataljon, Infanterie-Regiment 43, 1. Infanterie-Divisie). Toen het bataljon werd overgeplaatst naar 121. Infanterie-Division en opnieuw aangewezen als III./Infanterie-Regiment 408, bleef hij het bevel voeren en nam hij deel aan de campagne tegen Rusland. Op 28 juni raakte hij opnieuw gewond (een schot in het hoofd, twee in de arm), nabij Kowno.
Nog maar een dag eerder had hij het Ridderkruis verdiend, toen zijn bataljon Russische stellingen aanviel in de bossen bij Rukla. De vijand daar was sterk, dus oorspronkelijk moest de aanval door de hele divisie worden uitgevoerd. Nadat de la Chevallerie was afgesneden van artilleriesteun en alle andere eenheden, viel de la Chevallerie in plaats daarvan aan met een enkel bataljon. Tegen het einde van de dag, III. bataljon had de Sovjet-posities ingenomen. Enorme hoeveelheden voorraden, wapens en munitie werden buitgemaakt. Hij werd onderscheiden met het Ridderkruis op 23 juli 1941.
Nadat hij hersteld was van zijn verwondingen, nam hij het bevel over Infanterie-Ersatz-Bataillon 22 (regimentele reserves) in Gumbinnen op zich. In november 1943 (nu majoor) vinden we hem commandant van Grenadier-Regiment 585 (320. Infanterie-Division) aan het Oostfront. Op 14 november 1943 opnieuw gewond geraakt, bezweek hij de volgende dag aan zijn verwondingen. Hij werd postuum bevorderd tot de rang van Oberst.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!