Allen, Frederick Fernley Edmund
- Geboortedatum:
- 12 december 1912 (Londen, Groot-Brittannië)
- Overlijdensdatum:
- 29 juni 2005
- Dienstnummer:
- 87057
- Nationaliteit:
- Britse
Biografie
Bevorderingen:
?: Cadet;
26 april 1939: 2nd Lieutenant;
15 oktober 1940: Lieutenant (war subs.);
15 oktober 1940: temporary Captain;
20 november 1941: Captain (war subs.);
20 november 1941: temporary Major;
17 januari 1945: Major (war subs);
17 januari 1945: temporary Lieutenant Colonel;
april 1946: Honorary Lieutenant Colonel.
Loopbaan:
?: Brighton College;
?: Brighton College Contingent, Junior Division, Officer Training Corps;
?: 32nd (7th City of London) Anti-Aircraft Battalion, Royal Engineers
1937: TA Battalion, Oxford and Buckinghamshire Light Infantry;
1944: Second-in-Command, 1st Battalion, The Suffolk Regiment;
?: Commanding Officer, 1st Battalion, The Suffolk Regiment;
november 1944: Commanding Officer, 1st Battalion, The East Lancashire Regiment;
9 maart 1945: acting Commander, 158th Infantry Brigade
?: Military Governor, Brunswick;
?: Finance Division, British Military Government;
26 september 1950: The Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry, Territorial Army Reserve of Officers;
27 september 1950: The East Lancashire Regiment, Territorial Army Reserve of Officers;
1946: Director, Stewart Smith Group;
1955: Managing Director Stewart Smith Group.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!
- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Acting Lieutenant-Colonel (Waarnemend Luitenant-Kolonel)
- Eenheid:
- 1st Battalion East Lancashire Regiment, 158th Infantry Brigade, 53rd (Welsh) Infantry Division, British Army
- Toegekend op:
- 12 april 1945
Aanbeveling:
Op 7 januari 1945, tijdens de aanval op Grimbiemont , MR 92/3580, voerde Lt-col Allen het commando over zijn bataljon. Het bataljon lag al drie dagen in een ongedekte posiie in besneeuwde bossen en had te lijden gehad van nauwkeurig vuur van artillerie en mortieren. Op U – 5 minuten kreeg de Battalion Command Group drie voltreffers. De adjudant en het Int. personeel werden gedood en alle verbindingen met het bataljon werden verbroken. Lt.-col Allen die op dat moment naast de Command Group lag en niet gewond raakte, reorganiseerde snel zijn HQ en ging naar voren naar de startlijn van de aanval. Bij aankomst, net na het uur U ontdekte hij dat tank ondersteuning voor de voorste compagnieën niet beschikbaar was omdat de tanks, ondanks eerdere verkenningen het met sneeuw bedekte en uiterst moeilijke terrein niet over konden steken.
Omdat de verbindingen met het bataljon waren uitgevallen ging Lt-col Allen naar zijn voorste compagnieë die onder zwaar en nauwkeurig vuur lagen van artillerie, mortieren en tanks en zware verliezen leden op de open en besneeuwde hellingen. Vanuit deze ongedekte positie leidde hij de strijd en toen zijn voorste compagnieën werden opgehouden zette hij zijn reserve op zo`n manier in dat het tempo van de aanval behouden bleef en het bataljon het uiteindelijke doel, zoals gepland kon veroveren.
Lt-col Allen keerde toen op zijn schreden terug over het onder vuur liggende terrein en meldde de situatie aan het Brigade HQ via zijn Battery Command radio.
Gedurende deze actie en onder zwaar vijandelijk vuur uit alle wapens waaronder tanks, zat Lt-col Allen zonder radioverbinding met zijn compagnieën en het was aan zijn volledige minachting voor gevaar te danken en zijn extreme koelbloedigheid onder vuur dat hij in staat was de aanval te leiden en coördineren zodat hij zelfs zonder de oorspronkelijk bedoelde ondersteuning door tanks kon verzekeren dat zijn infanterie hun doelen konden veroveren.
Aanbeveling:
"Op 11 februari 1945 rukte het 1st Battalion The East Lancashire Regiment, onder commando van Lt-Col F.F.E. Allen op door het Reichswald naar het doel aan de oostkant. Vijandelijke stellingen werden aangetroffen in de tweede verdedigingslinie van de Siegfried linie in het bos bij 868495, blad 4202, 1:25.000. De voorste compagnie van het 1st Battalion The East Lancashire Regiment werd in dit gebied opgehouden door vijandelijk zelf-rijdend geschut, mortieren en zwaar vuur van kleine wapens. Lt-Col Allen ging naar de voorste compagnie en daar werd hij gewond aan zijn kin en raakte door een kogel bewusteloos. Toen hij kort daarna weer bijkwam, ging hij onmiddellijk door met het leiden van de strijd en door zijn inspanningen vocht zijn bataljon zich naar het doel bij Klosterhufe 8948. Deze fase van de strijd vond plaats in afnemend licht en onder afschuwelijke condities in het bos met vijandelijke patrouilles overal om het bataljon heen. Het bataljon bereikte het doel in het donker en Lt-col Allen reorganiseerde het en hield stand terwijl hij goed wist dat de vijand zijn verbindingen naar achteren had afgesneden, dat veel van zijn gevechtswagens vastzaten in de diepe modder van de bospaden, dat hem in het donker geen hulp kon bereiken en dat hij door een sterke vijand aan drie kanten was ingesloten. Het was onmogelijk om voedsel en water naar voren te krijgen en hij kon zijn gewonden niet afvoeren. Vanaf de vroege morgen van 12 februari tot laat in de avond deed de vijand enkele felle tegenaanvallen met een formatie tanks. Elke aanval werd direct afgeslagen met zware verliezen voor de vijand en het bataljon gaf geen centimeter grond prijs.
Gedurende de lange en vermoeiende periode van 27 uur bleef Lt-col Allen ondanks zijn verwonding, gebrek aan slaap en zijn zware verantwoordelijkheden, zijn bataljon met grote deskundigheid, rustig vertrouwen en opmerkelijke persoonlijke moed aanvoeren. Zijn voorbeeld en zijn uitmuntende gevechtskwaliteiten verzekerden ongetwijfeld dat zijn bataljon het doel kon behouden en dat ze door hun strijdlust in staat waren een groot aantal vijanden uit te schakelen die net zo vastberaden waren het vitale terrein te heroveren dat door dit bataljon was veroverd en behouden.
Tweede DSO toegekend in de vorm van een gesp te dragen op het lint van de eerste DSO.
Bronnen