Pierre Schunck (*24-03-1906, Heerlen †02-02-1993, Kerkrade) was de oudste zoon van de Heerlense zakenman Peter J. Schunck en Christine Cloot.
In zijn schooltijd gaf hij al blijk van sociale bewogenheid (of was het ook zijn verlangen naar een interessant leven?): hij hielp in een Heerlens zigeunerkamp bij de alfabetisering van de kinderen. Dit viel bij een van de moeders zo in de smaak, dat zij hem haar dochter ten huwelijk beloofde (Het is er nooit van gekomen).
Volgens de in die tijd heersende traditie werd hem al vroeg duidelijk gemaakt: „Je komt in de zaak werken, behalve wanneer je priester wordt."
Pierre voelde om verschillende redenen meer voor een priesteropleiding, die hij volgde in Megen bij Nijmegen en Hoogcrutz aan de zuidrand van Zuid-Limburg. Hij verliet die opleiding echter weer voor de priesterwijding.
De wasserij
Na de kloostertijd leidde hij vanaf vanaf de jaren dertig in opdracht van de Fa. Schunck (= zijn vader) een wasserij in Valkenburg. Het contact met de Franciscanen bleef bestaan. Ook met een schoolvriend uit Megen, die eveneens uit het klooster was teruggekomen en nu weer bij zijn ouders in Hotel Cremers, ook in Valkenburg, woonde. Daar leerde hij zijn vrouw Gerda kennen.
De Tweede Wereldoorlog heeft een grote invloed op hun verdere leven gehad. Vanuit hun morele en nationale overtuiging konden zij niet anders, dan verzet tegen de Duitse overheersing te plegen. Zo werd hij rayonleider van de L.O. (Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers) in Valkenburg onder de schuilnaam Paul Simons (Men kreeg een pseudoniem met dezelfde initialen als de echte naam, omdat het toen, meer dan tegenwoordig, gebruikelijk was, initialen in de kleding en zakdoeken te hebben). Een Joodse onderduiker met de „verraderlijke" (zie opmerking onderaan) naam Lex Israëls, tot dan toe een volslagen onbekende, werd van papieren voorzien en kwam in de Skil werken (een confectieatelier in Heerlen, dat Pierre Schunck eveneens in opdracht van zijn vader leidde. Zie hieronder). Hieruit is een levenslange vriendschap ontstaan.
De voornaamste delen van het verzetswerk van Pierre Schunck waren:
1. Hij stichtte en leidde tijdens de bezettingsjaren in zijn woonplaats Valkenburg het rayon van de LO (hulp aan onderduikers), waar mensen uit het hele land een veilig heenkomen vonden. Dat was het hoofddeel van zijn verzetswerk.
2. Toen de geallieerden naderden werd hij bovendien medewerker van ID18, de inlichtingendienst van het district Heerlen van de ondergrondse, om de naderende bevrijders van informatie over de bewegingen van de Duitsers te voorzien. Dat stond dus los van het voornoemde onderduikerswerk.
3. Na de oorlog werkte hij nog, als officier voor personeelszaken van alle in Limburg gelegerde Stoottroepers, mee aan de opbouw van dit nieuwe legeronderdeel, dat werd samengesteld uit oud-strijders van het verzet om aan het verslaan van Hitler-Duitsland deel te nemen.
Een andere onderduiker en tijdelijke gast in huize Schunck was kapelaan Berix uit Heerlen, de distriktleider van de L.O. aldaar onder de verzetsnaam Giel. Hij bleef niet lang, misschien omdat hij het gezin met vijf kleine kinderen niet in gevaar wilde brengen. Korte tijd later wird hij door de Duitsers gevangen tijdens een vergadering van de L.O. in een klooster in Weert. Hij is niet meer levend teruggekeerd.
Geallieerde piloten, die in het rayon neerstortten, werden op de „pilotenlijn" naar Gibraltar gezet. Onderduikers werden van vervalste of gestolen bonkaarten voorzien, zodat ze konden overleven. Duikadressen moesten worden gevonden en op hun betrouwbaarheid getoetst.
Dat dat levensgevaarlijke akties waren, spreekt vanzelf. Eens is de politie onder leiding van een NSB-er in de tuin naar wapens komen graven. Een verklikker had een tip gegeven. Door de welwillendheid van een Nederlandse politieman, die zogenaamd niets kon vinden, is dat goed afgelopen. Wel vond men koperen kranen uit de wasserij, die waren achtergehouden. Maar ook dat werd als sabotage beschouwd.
Voor de oorlog was Pierre Schunck al in dienst van zijn vader getreden, zoals boven vermeld, toen hij de leiding van de wasserij in Valkenburg op zich nam. Tijdens de oorlog kwam daar „Schuncks Kleding Industrie Limburg" ofwel de „SKIL" in Heerlen bij, waar vooral werkkleding werd gemaakt. Dit bedrijf was gevestigd in een voormalige molen, en bleef ook onder de naam „molen" bekend. Hier kon een onderduiker met valse papieren ongestoord wonen EN als bedrijfsleider werken. Het was echter te klein en op den duur onrendabel, zodat het in de jaren 50 werd geliquideerd.
Na de oorlog ging het leven verder: er moest brood op de plank. Europa en de wereld werden intussen met een nieuw conflict geconfronteerd: de Koude Oorlog. Enkele familieleden waaronder Pierres vader, besloten uit vrees voor de expansiezucht van Stalin, hun geld in de Nederlandse Antillen in veiligheid te brengen. Pierre kreeg de opdracht, er een confectiebedrijf te stichten. Hier werd hij het slachtoffer van zijn verzetstijd: hij stelde een voormalige verzetsman als zaakgelastigde aan, niet merkend, dat hij hier met een onbetrouwbare avonturier te maken had. Uiteindelijk draaide het bedrijf op een zakelijke mislukking uit. Toch heeft hij er op een heel ander vlak een groot succes mee geboekt: er werd een eerste belangrijke stap bij de uitroeiing van de werkloosheid op Bonaire gedaan.
Daarna maakte Pierre zich in Maastricht zelfstandig met de heren- en jongenskledingzaak „Schunck jr." aan de Muntstraat.
Nadat hij zich uit het beroepsleven had teruggetrokken, wijdde hij zich aan zijn oude liefde: het weven. Hij verdiepte zich in het dubbelweven met vier schachten. Dit wordt ten onzent noch maar door weinig mensen beheersd. Ook de auteurs hierover bleken soms allen dezelfde fout van elkaar over te schrijven (bijvoorbeeld over de plaats van de patroonlat). De liefde voor het weven verbond hij met zijn andere grote passie, de geschiedenis, bij de restauratie van oude weefgetouwen en het verzorgen van tentoonstellingen over het weven, geholpen door zijn zoon Arnold. Hij ondernam, niet alleen vanwwege zijn hobby, verre reizen, o.a. naar de Otavalo-Indianen in Ecuador, beroemd om hun wollen weefsels.
Pierre Schunck stierf na een korte en genadige doodsstrijd in Heerlen op 2 februari 1993.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!