- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Squadron Leader (Majoor-Vlieger)
- Eenheid:
- No. 40 Squadron, Royal Air Force
- Toegekend op:
- 6 oktober 1942
Aanbeveling:
Het toestel van deze officier werd op 6 juni 1940 boven Abbéville neergeschoten. De bemanning werd krijgsgevangen gemaakt en Squadron Leader Paddon, die zijn enkel had verzwikt werd naar Duitsland gestuurd waar hij op 15 juni in Dulag Luft aankwam. Hij werd naar divers PoW kampen gestuurd, kwam in februari 1941 in Stalag XXa in Thorn aan en belande op 14 mei uiteindelijk in Oflag IVc. Hij had 10 ontsnappingspogingen gedaan en na een zo'n poging in Thorn was hij tot 4 maanden eenzame opsluiting veroordeeld wegens beledigend gedrag. Door tussenkomst van de Amerikaanse Legatie werd een nieuw proces bevolen en uiteindelijk zou op 11 juni een krijgsraad worden gehouden in Stalag XXA. Hij werd met andere Britse gevangen opgesloten in Fort XIII. Hier werkte hij met behulp van andere Britse gevangenen een plan voor een snelle ontsnapping uit dat voor de rechtszitting moest worden uitgevoerd. Toen de ploeg gevangenen tewerk werd gesteld op een door de Duitsers bezette boerderij in Thorn, kon hij een schuur binnensluipen waar hij zijn uniform verwisselde voor andere kleren die hij had weten te bemachtigen. Hoewel hij onder bewaking stond, slaagde hij erin als burger weg te wandelen en ging het bos in. Hij kon te voet zo'n 50 kilometer afleggen en hij stapte in een trein naar Bromberg.
Op het station van Bromberg stond een militaire wachtpost die blijkbaar bijzondere aandacht besteedde aan soldaten. Vanwege de avondklok kon hij het station niet verlaten dus kocht hij een kaartje naar Gdynia en sliep die nacht in de wachtkamer. Squadron Leader Paddon kwam via Danzig in Gdynia aan maar toen hij ontdekte dat de situatie in Gdynia niet al te gunstig voor hem was ging hij op 12 juni naar Danzig terug. Daar stapte hij in een trein naar Bergstrasse en besteedde enige tijd aan het observeren van de Zweedse schepen in de buurt die erts losten. Net voor middernacht kroop hij via het emplacement naar de kade. Hij ging aan boord van een Zweeds schip, de ss Ingolff en slaagde erin een schuilplaats te vinden hoewel hem was verteld dat het schip pas op 15 juni naar Zweden zou vertrekken. Hij verborg zich in de kolenbunker en hield zich bezig met in de schaduw te blijven en de vallende kolen te ontwijken. Voordat het schip afvoer vond een routinecontrole plaats maar Sq Ldr Paddon bleef onopgemerkt.
Kort nadat het schip afvoer, meldde hij zich als een ontsnapte krijgsgevangene bij de 2de stuurman. Nadat de kapitein over de situatie was ingelicht, deed deze zeer moeilijk en dreigde terug te keren naar Duitsland. Sq Ldr Paddon smeekte de kapitein vele malen en uiteindelijk besloot deze hem mee te nemen naar Zweden mits hij zich gedroeg als iemand van Poolse nationaliteit. Hoewel hij maar 4 woorden Pools kende wist Sq Ldr Paddon dit bedrog vol te houden tot het schip aanmeerde.
Hij werd op 18 juni overgedragen aan de politie in Gavle. Hier stelde hij zich voor als Pools burger maar hem werd verteld, dat hij naar Duitsland zou moeten terugkeren omdat hij een Poolse burgervluchteling was. Hij onthulde daarom zijn ware identiteit en verzocht de Britse consul te mogen ontmoeten. Hij werd tot 27 juni vastgehouden toen de Britse Consul hem opzocht maar werd daarna met alle vriendelijkheid behandeld. Hij bleef tot 6 augustus in Zweden en keerde toen naar het Verenigd Koninkrijk terug.