Woonde in Hoogersmilde, D 164 (Bosweg 4). Zoon van arbeider Arend Tibben (5 oktober 1883 Dedemsvaart – 22 mei 1962 Almelo) en Margje Zomer (7 april 1879 Lutten, gemeente Ambt Hardenberg - 22 december 1915 Avereest). Huwde op 17 juli 1936 met Hendrikje Maria Wietsma (7 mei 1914 Zuidlaren – 24 mei 1999). De weduwe hertrouwde op 9 januari 1958 met Lukas Vos (23 augustus 1904 Smilde – 2 april 1993 Smilde). Onderwijzer christelijke lagere school Hoogersmilde. Gereformeerd. Lid verzet. Sinds najaar 1942 maakte hij deel uit van de Ordedienst. Tibben was van 1943 af ook actief in de LO. In 1944 werd zijn huis een van de steunpunten van de KP in Smilde. Hij voorzag Joodse families van onderduikadressen. Verder verspreidde hij het illegale blad Trouw en was hij betrokken bij het Nationale Steun Fonds (NSF). Op 31 oktober 1944 werd hij gearresteerd. Op dat moment was hij al ondergedoken. Die bewuste nacht was hij naar zijn woning gegaan om bij zijn gezin te zijn. Om half tien 's ochtends werd zijn huis echter omsingeld. Tevergeefs probeerde hij nog te vluchten. Eerst werd hij naar Heerenveen overgebracht. Op 5 januari 1945 volgde transport naar Kamp Amersfoort. Een kleine maand later – 2 februari 1945 – arriveerde hij in concentratiekamp Neuengamme. Hij kwam terecht in het tien kilometer ter noorden van Hamburg liggende Aussenkommando Ohlsdorf, waar een werkplaats van de Duitse spoorwegen zat. In dit nevenkamp is hij op 19 februari 1945 om het leven gebracht, omdat hij al zodanig verzwakt was dat de vluchtende Duitsers hem niet meer wilden meenemen. Zijn naam prijkt op het verzetsmonument aan de Hoofdweg in Smilde.
Op 26 oktober 1951 is zijn stoffelijk overschot overgebracht naar de Algemene Begraafplaats in Hoogersmilde en herbegraven in vak II, grafnummer 32-33.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!