Gerard van Veenendaal woonde in Utrecht. Hij was de zoon van kantoorbediende Pieter Cornelis van Veenendaal (7 februari 1887, Utrecht – 17 februari 1960, Zutphen) en Lambertha Geertruida Timmers (22 februari 1882, Nijkerk – 12 april 1961, Utrecht). Hij was ongehuwd, scholier en Rooms-Katholiek. Van Veenendaal was met zijn neven Henk Roest uit Hooglanderveen (1*) en Lammert Timmers uit Baarn bij Kees Roest en zijn echtgenote Ka Prinsen(2*) in Nijkerk ondergedoken. Dat was, schrijft Timo Ridder in 2002 in het historisch tijdschrift Oud Nijkerk 'een waar toevluchtsoord voor onderduikers'. Achter de boerderij van het echtpaar aan de Slichtenhorsterweg 20 was een schuilplaats gebouwd, waarin meerdere onderduikers, onder wie de neven, een onderkomen hadden. De jongemannen waren ondergedoken, omdat ze er niets voor voelden om verplicht in Duitsland te gaan werken. Henk Roest was op 30 april 1944 met Gerard en Lammert op weg naar zijn ouders aan de Duisterweg in Hooglanderveen. Zij liepen door de weilanden en droegen, zoals ze gewoon waren, blauwe boerenwerkkleding om niet al te veel op te vallen. Zij wisten niet dat een Engels vliegtuig was neergeschoten en dat Duitse militairen op zoek waren naar uit het toestel gesprongen bemanningsleden. In de buurt van de Hoekster- en de Fliersteeg moesten de jongemannen blijven staan. Voor de hand ligt dat de Duitsers veronderstelden dat zij de gezochte piloten hadden gevonden, terwijl de neven
vreesden dat ze op heterdaad waren betrapt als onderduikers. Bovendien waren ze de Duitse taal niet machtig. Ze gingen er snel vandoor. De militairen grepen hun wapens en drukten af. Twee van de drie vluchtende mannen werden getroffen. Van Veenendaal liep een slagaderlijke bloeding op, waardoor hij ter plekke doodbloedde. Roest overleed na twee operaties op 11 mei 1944 aan de gevolgen van een schotwond in de buikstreek. Timmers kwam er heelhuids vanaf door in een sloot te duiken en onder takken en bladeren af te wachten tot het gevaar was geweken. Later toen de Duitse soldaten wisten dat ze niet te maken hadden gehad met de bemanningsleden van een geallieerd toestel, maar met Nederlandse burgers, hebben zij volgens Ridder persoonlijk hun excuses aan de nabestaanden aangeboden. De namen van Roest en Van Veenendaal staan niet vermeld op de lijst van oorlogsslachtoffers in de koker die is ingemetseld in het herdenkingsmonument in het Van Rheenenpark in Nijkerk.
(1*) Hendrikus Lambertus Roest (17 maart 1924 Nijkerk – 11 mei 1944 Amersfoort).
(2*) Cornelis Gerardus Roest (13 februari 1911 Nijkerk), Catharina Willemina Prinsen (18 augustus 1912 Maartensdijk), in Hoogland gehuwd op 1 juli 1942.
Begraven op 5 mei 1944 op het Erehof van de Rooms-Katholieke Begraafplaats Sint Barbara in Utrecht.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!