- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Cadet-vaandrig
- Toegekend op:
- 17 februari 1951
"Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden door, na eerst van 1940 tot begin 1944 tot driemaal toe tevergeefs te hebben gepoogd om uit Duitse krijgsgevangenschap te ontvluchten, in Januari 1944 er in te slagen uit het Duitse krijgsgevangenkamp te Stanislau in Polen met een andere cadet-vaandrig te ontsnappen en zich daarna in Oostelijke richting te begeven met het doel zich bij strijdkrachten van de bondgenoot Rusland te melden om aan de verdere strijd tegen de vijand te kunnen deelnemen.
Vervolgens door, na zich bij de Russen te hebben gemeld, door wie hij echter als krijgsgevangene werd beschouwd en zelfs dwangarbeid moest verrichten, opnieuw te ontvluchten waarbij hij in November 1946 aan de Hongaars-Roemeense grens door de Russen wederom werd gearresteerd, waarna hij, na tot 3 jaar gevangenisstraf wegens deze ontvluchting te zijn veroordeeld, naar een krijgsgevangenkamp te Odesse werd overgebracht, alwaar hij zeer ernstig ziek werd, tengevolge waarvan hij op 13 October 1948 in een hospitaal overleed.
Gedurende zijn krijgsgevangenschap in Rusland blijk te geven van een zeer hoog moreel en waardig optreden als Nederlands militair o.a. door te weigeren, in Russische opdracht, Duitse krijgsgevangenen met een karwats te slaan om daardoor te bewijzen dat dit zijn vijanden waren en hij daardoor vrij zou kunnen komen."
K.B. nr 9 (postuum toegekend)