- Periode:
- Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949)
- Rang:
- Soldaat-oorlogsvrijwilliger
- Eenheid:
- 1e Compagnie, 2e Bataljon, 10e Regiment Infanterie, Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL)
- Toegekend op:
- 24 augustus 1950
Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden op 31 December 1948 toen de militaire post Patjet (Oost-Java) door overmachtige guerilla-benden was omsingeld.
In het bijzonder door, nadat reeds sinds de vroege morgen talloze aanvallen op deze post waren afgeslagen en de postcommandant in de namiddag besloot, aangezien er nog steeds geen hulp kwam opdagen en de toestand, vooral door het opraken van de munitie, onhoudbaar werd, twee militairen per jeep een doorbraakpoging te doen ondernemen teneinde de dringend benodigde versterking uit Modjosari te gaan ophalen, zich onmiddellijk met een ander soldaat geheel vrijwillig daarvoor aan te melden en in zijn aanbod te blijven volharden nadat hem het hachelijke van de toestand en het grote risico aan deze opdracht verbonden was duidelijk gemaakt.
Vervolgens door zich met de andere soldaatmet zo groot mogelijke snelheid met de jeep dwars door de vijandelijke linie te spoeden, waarna echter tegen middernacht bleek, toen de Commandant van de geheel uit eigen beweging aangekomen, verlossende troepen bij de post aankwam, dat op de weg Modjosari-Patjet een verlaten jeep was aangetroffen, terwijl de volgende dag zijn stoffelijk overschot, evenals dat van zijn kameraad, verminkt door klewanghouwen nabij de kampong Kambangsoeri-Lor werd gevonden.
K.B. nr 6