- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Dienstplichtig Soldaat
- Eenheid:
- 2e Compagnie, 3e Bataljon, 8e Regiment Infanterie, Wapen der Infanterie
- Toegekend op:
- 29 mei 1947
"De ondergeteekende, dpl. soldaat Chotzen, Theodoor, Max, 2-III-8 R.I., moge door dezen vastleggen dat, na het sneuvelen van Majoor Landzaat op de Grebbeberg op 13 Mei j.l., de Kapitein Höping of Höpink, P.A.G.-8 R.I. (thans in krijgsgevangenschap) hem, ondergeteekende, mededeelde, dat hij hem voor een eervolle vermelding had voorgedragen, doch dat deze voordracht wegens ontreddering in de Grebbelinie wel niet doorgegeven zou zijn.
De ondergeteekende zou zeer dankbaar zijn en er een aansporing tot verdere plichtbetrachting in zien, als deze voordracht alsnog behandeld zou kunnen worden. Evenwel meent hij te moeten opmerken, dat bij dit laatste verzet in het Paviljoen op den Grebbeberg meer kameraden, behoorende tot verschillende onderdelen (waarvan hem slechts de tamboer W. Roos, 2-III-8 R.I., bij name bekend is) tot het allerlaatste (langer dan ondergeteekende, die voor het sneuvelen van Majoor Landzaat gewond den strijd moest opgeven) hun plicht hebben gedaan, zonder dat dit door hun meerderen kon worden ter kennis gebracht.
Ter verduidelijking van het voorafgaande voegt de ondergeteekende hieraan toe, dat hij, toen zijn afdeeling (de 3e sectie van 2-III-8 R.I., Commandant sergeant Pilzecker, vermoedelijk gesneuveld) de witte vlag uitstak, zich aan de overgave heeft onttrokken en zich kunnen voegen bij het kleine groepje (door hem werden opgemerkt de kapitein Höping en Franssen (?) en 3 soldaten, benevens een ongeveer gelijk aantal op de bovenverdieping) dat in een cafeetje (Paviljoentje) op den Grebbeberg een beleg door Duitsche stormtroepen heeft doorstaan totdat de munitie op was. Toen naderden de tegenstanders tot enkele meters van de muren en braken den tegenstand met handgranaten, waardoor ondergeteekende getroffen werd en door den kapitein Höping, die den Majoor zag vallen en verder verzet nutteloos achtte, werd medegetrokken.
Meloenstraat 4
's-Gravenhage."
K.B. nr 23 (postuum toegekend)